Eind zestiger jaren begon de buurt te verpauperen. Bij de bouw in de twintiger jaren is er met bouwmateriaal geknoeid. Er werd verteld dat er oude telefoonpalen waren gebruikt bij het heien. In mijn jeugd kon je de huizenblokken al zien scheef zakken. Het grootste gedeelte van de Indische buurt is tegen de grond gegaan en opnieuw gebouwd.
Eén van de weinige stukjes die zijn blijven staan is het stukje Insulindeweg waar ik gewoond heb.
Zo’n vijftien jaar geleden, rond 1990, ben ik er nog eens teruggeweest om te kijken naar mijn geboortehuis, maar de tijd die ik er beleefd heb is voorgoed verdwenen. Ik ben de Insulindeweg afgereden en heb me voorgenomen om er nooit meer terug te keren. De tijd die ik kende, is geweest. Ik voel geen spijt maar ben alleen heel blij dat ik er toen gewoond heb.