Als kind dacht ik dat er maar één Indische buurt in het land was, en dat was de mijne. Het was later een heel vreemde ervaring dat er nog heel veel meer Indische buurten waren in andere steden. Ik vond het een mooie buurt en dan spreek ik over de jaren 50 tot eind 60. Dit kwam mede doordat we in de mooiste en breedste straat van de buurt woonden: de Insulindeweg.
Andere kinderen waren in onze ogen slechter af, dat waren de straten zoals de Balistraat of Riouwstraat. Waarschijnlijk was ik even gelukkig geweest wanneer ik daar had gewoond.
Ik ruik nog de geur van onze portiek. Twee deuren links en rechts van de benedenhuizen, dan een granieten stoep omhoog van vijftien treden, een bordes met vier deuren: twee recht voor je van de bel-etage en links en rechts de bruingelakte houten deuren naar twee en drie hoog met twee deurbellen en naambordjes. Wij hadden een houten naambordje met wit geschilderde letters erop: J. Kruk.
Later toen ik in andere steden terecht kwam bleek dat de aanduiding van de etage zoals huisnummer 99 bel-etage, 99 II of 99 III niet overal algemeen gebruik was. In Den Haag, Rotterdam, Vlaardingen wordt gebruik gemaakt van letters: 99a, 99b, etc.
Op vrijdagochtend werden de kleedjes, trap- en ganglopers geklopt met de mattenklopper, ik moest dan helpen met het vasthouden van de punten van de ruwe lopers. Dat vond ik geen pretje, je moest altijd goed vasthouden en was altijd bang dat je een mep op je vingers kreeg. Daarna werd de stoep en trap geschrobd en het stuk trottoir voor de portiek. Je zag dan overal de langwerpige natte stoepen voor de huizen want "zo hoorde dat". Ik kan de geur nog bijna ruiken van de natte stoep.
Insulindeweg 99 II
Ik ruik nog de geur van onze portiek.
13478 keer bekeken