Voordat de telefoon eind vijftiger jaren in huis kwam, ging je bellen in de telefooncel. Er stond een telefooncel op de hoek van de Insulindeweg en de Sumatrastraat, voor de Wiba. Alle gesprekken kostten een dubbeltje, behalve de tijdmelding en het weerbericht, die waren gratis. Naast de telefooncel bestond er ook de brandmelder. Op de hoek van de Insulindeweg/ Molukkenstraat, voor de Gruyter en de speelgoedwinkel stond de brandmelder. Een manshoge vuurrode paal waar op borsthoogte een glazen raampje zat waarachter een knop zat. Bij brand moest je het ruitje inslaan, op de knop drukken en volgens zeggen ging er dan een deurtje open waarachter een telefoon hing waarmee je de brandweer kon bellen. Ik heb het nooit gezien, er werd zelden misbruik van gemaakt.
Telefooncel en brandmelder
Een manshoge vuurrode paal met op borsthoogte een glazen raampje.

Telefooncel Brandmelder Een oude brandmelder.
3392 keer bekeken
Bekijk meer afbeeldingen

Dit verhaal is afkomstig uit het boekje āEen stukje potlood van twee-en-een-halve centimeterā (Calbona Boekenproductie, www.calbona.nl, ISBN 978-90-71343-38-4) door Yvonne Kruk waarin zij haar jeugdherinneringen aan de Indische buurt in de vijftiger jaren beschrijft. Het is het vervolg op āEen lang dun worstjeā en geschreven vanwege de vele positieve reacties op haar eerste boekje. E-mail: y.kruk@ziggo.nl