De inrichting van onze huiskamer heeft verschillende fases gekend. De muren waren altijd behangen. Er werd regelmatig opnieuw behangen met in het begin een contrasterend strookje aan de bovenkant. Je kon monsterboekjes bij de behangwinkel halen om thuis te kijken welk behang het mooist stond. Er zat een behangwinkel in het stuk tussen de Riouwstraat en de Molukkenstraat. Als kind vond je het heerlijk wanneer je zo’n boekje mocht hebben om er in te kleuren of knippen.
Veel tekenpapier hadden we niet ter beschikking. Er was meestal een blaadje grauw papier uit een kladblok om op te tekenen. Soms kreeg je een heel mooi stuk tekenpapier namelijk het witte kartonnetje uit een pakje nylonkousen waar omheen de kousen gewikkeld zaten. Je bedacht eerst heel lang wat je zou gaan tekenen want op zo’n mooi stuk papier moest natuurlijk een heel mooie tekening komen.
Potloden waren er ook niet teveel in huis, soms kreeg je voor Sinterklaas of je verjaardag een doos kleurpotloden. De punten werden meestal ‘geslepen’ door mijn vader met het aardappelschilmesje want een puntenslijper was ook een luxe. Laatst kwam ik in de oude knopendoos van mijn moeder een stompje potlood tegen van 2,5 cm inclusief punt. Daar kan ik nou een brok van in mijn keel krijgen. Dit stukje potlood staat voor de armoede in de vijftiger jaren toen je zo zuinig moest zijn.
Potloodje van 2,5 centimeter
Soms kreeg je echt mooi tekenpapier: het witte kartonnetje uit een pakje nylonkousen.
2080 keer bekeken