Deze pen, die gister niet meer wou schrijven, doet ’t nu weer in de tintelende morgenzon. Waar vond ik deze pen? Ik meen, op weg naar Pieter in de 3e Oosterparkstraat. Een blok dichtgetimmerde huizen met, verspreid, 3 woningen met de ramen nog vrij van hout en gevuld met planten en verdere beleving, uitstraling. Een verdieping van 2 kamers met alkoof, zijkamer, gangetje, W.C. en keuken en niet te vergeten: het balkon waar Pieter en ik veel hebben ontbeten en gegeten. Er zijn geen bovenburen meer en nooit hebben we zij- of onderburen gekend.
En dan de tuin, of eigenlijk de tuinen waarheen Pieter vanaf het balkon afdaalde. Beter kan het een veranda genoemd worden: hout, rek voor de was, veel planten in oude laden, kistjes, bloempotten, stukjes hout voor de kachel, bijl, oude zagen, teil, emmer, wasbord. Allemaal van de 96-jarige man die hier weggehaald is, naar we ons voorstellen met de vuist omhoog — of zover ie dat nog kon — zwaaiend met z’n stok. Ik gebruik een oude koekepan van hem.
In ieder geval — vanaf deze veranda heeft Pieter een trap gemaakt door trappen aan elkaar te knopen en, verder timmerwerk. Men komt dan in de tuinen met een emmer hier, een kopje daar, wat tegels, een stuk gereedschap, plankjes — daarachter schuurtjes, waarvan de daken ingestort zijn op al de dingen die in schuurtjes staan — het bagagerek dat ik nu gebruik, komt van een oude fiets, waarvan ik ook het zadel heb afgehaald. Achter de schuurtjes weer struikgewas, bloemen, liguster die als seringestruiken omhoog groeit en zo al zijn bloemetjes kan krijgen en dat komt al tot de 1e verdieping afgebroken overkant.
In de tuinen groeien rozen, jasmijn, schildersverdriet; rechte rijtjes met weet ik niet wat voor bloemen. In al dit verval groeien allerlei plantjes her en der en men krijgt ook het idee dat zij helpen om alles uit elkaar te wrikken. Een ingevallen schuur met takken jasmijn met witte bolgeknopte bloemen. Doch de schuur zal geen nieuw leven meer wachten.
Dit verhaal is een stukje uit het verhaal ‘De geheime tuin’ dat Joop van de Pol als boekje uitgaf ter ere van het gouden huwelijksjubileum van zijn ouders en dat hij maakte samen met zijn vriend Pieter Bol die de tekst van het boekje heeft gezet.