In 1976 is mijn kraakpandje, Oosterparkstraat 91-1, in een deplorabele toestand gekomen. Het zal dan ook in juni van dat jaar gesloopt worden. Intussen heeft de gemeente er vier stevige houten heipalen schuin tegenaan gezet om omvallen van de gevel te voorkomen.
Vroeg op een zondagmiddag weerklinkt vrolijke blaasmuziek onder mijn voorramen. Het is een Leger des Heilsorkestje in uniform. Ook zijn er geรผniformeerde dames met folders en een collectebus. Kijk, dat is nou nog eens aardig, zoโn gratis concertje. Dan gebaart een man dat het tijd wordt voor wat preken. Hij leest de tekst voor van een papiertje. โBouwt uw huis op het hechte fundament van bijbel en Christendomโ. En: โEr zijn mensen die bouwen hun huis op drijfzand.โ Ik tik op het raam en maak duidelijk dat hij hier mee op moet houden. Hoe kun je nou uitgerekend hier zoโn onheilsboodschap komen brengen?โ Ik vrees dat de gevel in รฉรฉn klap over het gezelschap zal vallen. Een paar jaar tevoren werd een non verpletterd door een omvallende gevel aan de Bloemgracht. Ook de gelovigen worden niet gespaard.
Vervolgens klinken de bazuinen weer. En daarna herneemt de man zijn preek. Je gelooft het niet, maar nu gaat het over de muren van Jericho die ondanks hun ogenschijnlijke sterkte instortten, dankzij de muziek van het uitverkoren volk. Ik tik weer heftig op het raam en gebaar dat dit echt levensgevaarlijk voor ons allemaal is. Maar men gaat onverdroten door en na de preek volgt nog een potje muziek. Ik ben inmiddels naar het achterbalkon, want je weet maar nooit. Uiteindelijk viel de gevel een paar maanden later inderdaad. Echter door de slopershamer. Maar wie weet was dat ook van boven geprogrammeerd.