Salades met veel zuur (m'n moeder, als ik zeg hoe het eten was: "Dat klopt, ik zag hem bezig met die azijnfles en ik heb het niet gezegd maar ik dacht: hou toch op, dat is genoeg"); rijst met aardappel; makreel, groot, met ei en sla, tomaat, kruiden en dan vergeet ik de soep gemaakt onder het motto: "Ruim eens per jaar je peulvruchten op!". Wat smaakt die, zeg: zeewier, linzen, kikkererwten, bruine bonen.
Karel Otten, we zitten naast elkaar, leuk. Ik eet met beide handen en meer en meer. Dick en Joke gaan naar een China-avond en nemen twee glazen stolpen uit de tuin mee. We lachen om grappen. Pieter zegt dat wie piest, niet moet doortrekken, dat kan het verstopte riool niet verwerken.
Maar het is koud en het wordt kouder door de wind. Als ieders buikje zo'n beetje vol is, gaat het regenen. Ollie is als eerste al boven. Velen vluchten; Karel, Ineke en ik tenten onder de tafel. De regen houdt op en we brengen in een doorgeefsysteem alles boven: Pieter zit boven, Ineke op de trap, ik onderaan en Karel verzamelt. Ook het krat bier gaat mee. Kost Pieter moeite.
Ludo, Wendelien en zoon Viktor arriveren via de woning van de begane grond. We slaan mekaar op de schouders. Pieter ziet Wendelien, ik zie nu pas dat ze zwanger is, liever niet de trap opgaan. Viktor, angstigjes, en ik gaan op. Boven maakt men aardbeien met slagroom, koffie en ik ga de kachel aanmaken. Beneden is Pieter hout aan 't verzamelen.
Pieter loopt wat besluiteloos tussen de mensen. Wil aanbieden. Z'n Brabantse geest uitleven. Krijgt nul op 't request. Vindt wel gesprekjes. Lampionnetjes, Ollie maakt een beetje sfeer; Karel en ik ook met kaarsen. Engelhard biedt stuff aan; blijkt later van Pieter, die niet meerookt. Ik draai een joint en klets de avond door.