In 1974 moet ik grenzeloos populair geweest zijn. Want tweemaal wil een echtpaar bij mij in kraakpandje Derde Oosterparkstraat 91’ hun eerste huwelijkslustrum vieren. Allereerst Dick en Linda. Ik heb hen ontmoet op een ‘lentefeestje’ op het Kattenburgerplein, begin 1974. Zij is zwarte Amerikaanse met veel Indiaans bloed en is een talenwonder. Ze spreekt vlekkeloos Frans en heeft na twee maanden in Nederland onze taal volledig onder de knie. Het klikt heel goed tussen ons drieën en we trekken veel met elkaar op.
En dat leidt in de zomer van 1974 tot een gezellige maaltijd en viering van hun 5 jaar getrouwd zijn in de 3e Oosterparkstraat. Heel anders verloopt de viering van het eerste lustrum van het huwelijk van vriend Ludo met zijn Wendelien. Zij trouwden in de herfst van 1969 in Hulst, wegens een ‘moetje’, hun zoon Victor. Mede omdat ik bij hun huwelijk was, willen ze dit jubileum graag bij mij vieren, met een maaltijd. Maar een paar dagen voor de afgesproken datum word ik ziek. Flinke griep. Wat te doen? Naar de telefooncel – zo ging dat toen nog.
Ze tonen geen begrip voor mijn dilemma. Uiteindelijk bied ik aan om naar een Chinees restaurant in de buurt te gaan, op mijn kosten. Nou, dat heb ik geweten. Ik zit daar rillerig, nauwelijks etend. Maar snotneus Victor van 4 jaar bestelt het ene gerecht na het andere. Niemand stopt hem. Dit is een zinnebeeld van Nederlandse kinderopvoeding in de jaren 70. Op het eind staat de tafel vol niet aangeraakt eten.
De maand erna ben ik totaal geruïneerd. Ik moet geld lenen bij vrienden om te eten te hebben. Langzaam loop ik de schade in. Wat een idee: geen feest geven, maar nemen, als je 5 jaar bijeen bent. Beide huwelijken zijn overigens gestrand.