Alleen een joodse baas

Verteller: Jaap Meents. Jaap Meents
Auteur: Frits Slicht Frits Slicht
Danie Theronstraat, Transvaalbuurt

Volgens mij heeft dat toch echt met ‘een gevoel’ te maken. Het gevoel van gemis, de familie die er niet meer is.

Plantage Doklaan 44A-46-48 (v.r.n.l.). Gezien naar de achterzijde van de gebouwen van Natura Artis Magistra. Rechts het spoorwegemplacement. Foto is gemaakt door: J.M. Arsath Ro'is op 8 november 1960. Bron: Beeldbank, SAA.

Plantage Doklaan 44A-46-48 (v.r.n.l.). Gezien naar de achterzijde van de gebouwen van Natura Artis Magistra. Rechts het spoorwegemplacement. Foto is gemaakt door: J.M. Arsath Ro'is op 8 november 1960. Bron: Beeldbank, SAA.

Alle rechten voorbehouden

Toen ik ben gaan werken, kwam ik terecht bij Jopie Emmerich in Diemen, bij de Diemertrekvaart. Jopie zat in de lompen. Ik deed daar best zwaar werk. Ik moest de lompen in grote bakken doen en die vervolgens in elkaar ‘doen’, trappen. Van die samengeperste lompen konden dan grote balen gemaakt worden. Ook in de hoeken van die bakken moest je goed duwen, persen. Wat ik vaak heb gedaan, was heel hard in die hoeken springen. Je moest dan wel oppassen dat je niet met je knieën tegen de rand kwam. Maar ja, je bent jong en je slooft je uit ‘to en met’. Het was de bedoeling dat je de zwaarste balen ging maken. Met die grote balen gingen we naar het goederenemplacement achter Artis. Dat was bij de Plantage Doklaan. Daar moesten die balen worden geladen in goederenwagons. De grote balen kon je niet tillen, die moesten worden ‘over gerold’. Omdat ik de kleinste was van het stel moest ik degene zijn waarover de balen naar de wagon werden gerold. Ik stond tussen de wagen van Emmerich en de goederenwagon. Dan werd er een baal over mijn rug in de wagon gerold. Dat waren toch al snel gewichten van 150 tot 200 kilo.

Ik heb eigenlijk alleen maar bij een joodse baas willen werken. Volgens mij heeft dat toch echt met ‘een gevoel’ te maken. Het gevoel van gemis, de familie die er niet meer is. Bij zo’n joodse baas werkte natuurlijk ook niet-joods personeel. Je kreeg dan ook wel eens een vervelende opmerking om je oren. Als ze dan iets zeiden in de trant van ‘rot-joden’, ja dan was ik weer aan het vechten. Ik nam dat niet, nog steeds niet.

Naarmate ik ouder word, wordt het er alleen maar moeilijker op. Nog niet zo heel lang geleden was ik in Israël. We zijn toen ook nog eens naar Yad Vashem geweest. Mijn zoon was toen ook mee en ik wilde hem het laten zien. Maar ik ben daar toen volledig onderuit gegaan. Daarom ga ik nu ook niet meer.

-------------------------------------------------

Dit is verhaal nr. 17 uit een serie van 34 verhalen verteld door Jaap Meents.
Voor verhaal nr. 18 ga naar Groot rijbewijs

Wilt u een overzicht van al zijn verhalen klik dan linksboven op de naam van de verteller Jaap Meents.

Alle rechten voorbehouden

537 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe