Na de lagere school heb ik verder geen opleiding meer gehad. Toen mijn eigen zoon klein was, heeft hij tegen zijn vriendjes gezegd: āMijn vader die kon zo goed leren, die heeft vier klassen gedaan en mocht toen van school af. Toen wist hij alles.ā Ik heb inderdaad maar vier klassen āgehadā, ik ben verschillende keren blijven zitten. Op mijn twaalfde mocht ik van school af, moest ik misschien wel. Volgens mij waren ze blij dat ze van me af waren. Echt werken mocht ik natuurlijk nog niet. Ik heb toen nog wel eens de schillenman geholpen. Dan kreeg ik een kwartje voor mijn hulp. Ik ging met zijn paard-en-wagen mee naar Diemen om de schillen af te leveren. Als kind van een jaar of twaalf, dertien vond ik het prachtig om met dat paard te rijden. Met die paardenkar gingen we over de kilometerbrug. De kilometerbrug (of Merwedebrug) gaat over het Amsterdam-Rijnkanaal en kreeg die bijnaam omdat die brug zo lang leek. (In werkelijkheid was de brug inderdaad bijna 1000 meter lang! Aanv. F.S.) De brug was in mijn tijd een stuk smaller dan tegenwoordig. Net voorbij de brug werden de schillen bij een boer afgeleverd.
Ik mocht trouwens ook wel eens mee met de vader van Joop de Knegt (de zanger van: āIk sta op wachtā). Joop woonde ook in de Danie Theronstraat. Zijn vader werkte bij Van Gend & Loos. Als kind mocht je wel eens een blokkie mee.
Op mijn veertiende mocht ik gaan werken. Ik moest ook gaan werken van mijn moeder. Als ik de hele week had gewerkt, kon ik mijn verdiende geld bij mijn moeder afgeven. Het geld was hard nodig. We hebben het dan over 1953.
Ik leverde het nog gesloten loonzakkie in bij mijn moeder, want ik mocht het niet openmaken. Van mijn moeder kreeg ik dan een zakcentje, de rest was nodig voor het huishouden.
-----------------------------------------
Dit is verhaal nr. 15 uit een serie van 34 verhalen verteld door Jaap Meents.
Voor verhaal nr. 16 ga naar Ons gezin en het joodse geloof
Wilt u een overzicht van al zijn verhalen klik dan linksboven op de naam van de verteller Jaap Meents.