Ik heb al het een en ander over mijn vader verteld. Dan is het ook tijd dat ik wat over mijn moeder vertel. Mijn moeder was eigenlijk altijd thuis, zij was ‘gewoon mijn moeder’. Erg van het knuffelen was ze niet, dat waren we allemaal niet thuis. Uitspreken dat je van elkaar hield ofzo, dat gebeurde bij ons niet. Mijn moeder kon zich niet zo goed uiten, maar lief was ze zeker. Ze heeft ook altijd hard gewerkt. Niet alleen in het huishouden, ze hielp mijn vader ook met het venten. Later, toen mijn vader op de Dappermarkt kwam te staan, heeft ze daar ook veel geholpen.
Mijn vader heeft, op advies van anderen, een standplaats genomen omdat hij te vaak een bekeuring kreeg als hij aan het venten was. Hij stond dan te lang op één plaats. Dat venten met die kar, altijd maar dat douwen en het gesjouw met die kisten, ook dat was eigenlijk niet meer vol te houden.
Mijn moeder heeft ook altijd, ondanks de armoe die we hadden, gezorgd dat er te eten was en dat we kleren hadden. Wat ook van invloed is geweest, is dat zij uit een liefdeloos gezin kwam. Het was vroeger ook allemaal wat harder. Daarbij komt ook nog eens dat ze een gezin moest opbouwen in de crisisjaren. Mijn moeder heeft het beslist niet makkelijk gehad.
Met de familie van mijn moeder heb ik niet veel contact gehad. Een enkele keer misschien met de broer van mijn moeder, maar toch eigenlijk alleen met verjaardagen en met Nieuwjaar. Met een zuster van mijn moeder, tante Eef, eigenlijk hetzelfde. Dat mijn ouders gemengd getrouwd waren, werd niet altijd goed ontvangen. Mijn vader was de enige uit zijn gezin die met een niet-joodse vrouw is getrouwd. Dat was toen zij trouwden best wel schrikken, voor beide families.
-----------------------------------------
Dit is verhaal nr. 14 uit een serie van 34 verhalen verteld door Jaap Meents.
Voor verhaal nr. 15 ga naar Op mijn twaalfde van school
Wilt u een overzicht van al zijn verhalen klik dan linksboven op de naam van de verteller Jaap Meents.