Na de oorlog heb ik als kind op staat gespeeld, ik heb bijvoorbeeld cowboytje gespeeld. Dan pikten we de hoeden van mijn moeder. Ze had er een paar. Die deden we dan op en dan voelden we ons echte cowboys. Ik moet toen een jaar en zeven, acht zijn geweest. Meestal speelden we gewoon in de straat. We gingen ook wel eens naar het terrein voor het Amstelstation. Dat was toen nog open veld en je kon er altijd voetballen. Dat heb ik daar dan ook veel gedaan, niet alleen daar, ook op straat en op de pleintjes.
Ik ben ook wel naar de speeltuin in de Joubertstraat geweest. Maar dan toch vooral op de zondag als er film was in het gebouwtje. Films met Roy Rogers en met Laurel en Hardy. Of je daarvoor lid moest zijn van de speeltuin weet ik niet meer. Volgens mij kon je er gewoon in. Mara het waren echt van die ouderwetse films. Rin Tin Tin heb ik er ook gezien. Als kind vond je het allemaal prachtig. Je zat dan in het clubgebouw op de stoelen en dan als de film begon met z’n allen mee joelen.
Aanvulling Frits
Erg veel is er niet te vinden over deze filmvoorstellingen. Alleen De Waarheid maakt af en toe meldingen van buurtactiviteiten. Zo is er bijvoorbeeld op 14 maart 1950 een film met Sylvain Poons en ook een film met de Nederlandse Rin Tin Tin. Kaartjes kosten een kwartje en kunnen worden gekocht bij ‘de opzichter’.
Ons eigen clubgebouwtje
In ons straatje hadden we overigens een eigen clubgebouwtje. De club zat op nummer 33, maar dan ‘op huis’. Wij woonden ook op nummer 33, maar dan op drie hoog. De woning stond leeg en wij mochten die tijdelijk gebruiken. De grote regelaar was een buurman: Nol Bloembaauw. Hij organiseerde van alles, ook veel straatspelen zoals zaklopen.
-----------------------------------------
Dit is verhaal nr. 11 uit een serie van 34 verhalen verteld door Jaap Meents.
Voor verhaal nr. 12 ga naar Rondjes rondom het blok
Wilt u een overzicht van al zijn verhalen klik dan linksboven op de naam van de verteller Jaap Meents.