Mijn moeder was Catharina Stuiver. Zij was geboren op 14 maart 1895. Zij kwam uit een druk en vrolijk gezin met zeven kinderen. Zij deden altijd veel leuke dingen met elkaar. Haar ouders waren Isaäc Stuiver en Charlotte Berclau. Het gezin Stuiver woonde in de Transvaalstraat op nummer 84 één hoog.
Moeder was wel muzikaal, maar een instrument heeft ze nooit gespeeld. Zij zong bijvoorbeeld erg veel. Ze zong vooral thuis, voor de gezelligheid en dan vooral met de kinderen.
Voordat ze met mijn vader trouwde, werkte mijn moeder als verkoopster in De Bijenkorf. Toen ze trouwde, moest ze weg, zo ging dat in die tijd. Zij werkte trouwens op de afdeling ‘wollen stoffen’. Aan haar werk bij De Bijenkorf heeft ze veel vriendinnen overgehouden. Met een aantal van deze vriendinnen ging ze elke maandag bridgen. Op maandag had zij, zoals zij het zelf noemde ‘haar jour’ (haar vrije dag).
Liefdewerk
Mijn moeder deed ook liefdewerk. Dat deed ze voor de Ancient Order of Foresters
Ancient order of Foresters (AOF) . Bij ons in de buurt was er voor de oorlog best veel armoede. Mijn moeder bood toen, via de AOF, de helpende hand aan die mensen die weinig of niets te eten hadden. Die steun werd georganiseerd via de AOF. Mijn moeder kreeg via hen door waar hulp geboden was. Er werd dan op vrijdag een grote pan met eten gekookt. Op vrijdagmiddag ging Lena, ons dienstmeisje, met een pan in een theedoek naar die mensen toe. Die mensen wisten niet waar het eten vandaan kwam. Dat koken van extra eten voor mensen met problemen werd door meerdere mensen gedaan. Of die mensen echt niet wisten waar het eten vandaan kwam, dat weet ik natuurlijk niet zeker.