In “het Elisabeth”, zoals we het gebouw (eigenlijk het Sint Elisabeth-Gesticht) noemden, was een prachtige kapel. Tot in het begin van de jaren 60 was de kapel intensief in gebruik, elke dag ’s morgens vroeg voor de zusters en ’s zondags voor de bewoners (een mis en ’s middags lof). Er kwamen dan ook wel buurtbewoners. Op de Laurentiusschool op het Eikenplein werden jongens geronseld om er misdienaar te worden. Ik zie nog mevrouw Velthuis in de klas jongens aanwijzen. Ik was er best trots op dat ze mij aanwees. Ik heb een verzameling losse beelden.
De vroegmis van 7 uur voor de nonnen die in koor meezongen. Het orgel achter in de kerk op de balustrade die met de voet aangetrapt moest worden. De slappe lach die we kregen toen ik voluit struikelde voor het altaar. Het lof met de monstrans. De collecte waarbij we precies wisten wie er knopen in de schaal gooide. De wierookstandaard die tijdens de nachtmis omviel. De vele uitvaartmissen, en het lijkenkamertje waar we stiekem gingen kijken. De zuster-koster die altijd nerveus was. De overspannen drukte in de sacristie voor de mis. De oude bevende rector die op het zijaltaar een mis mocht doen.