Anna Elisabeth
Frits Slicht
Ochtend
’s Zomers werd men om zes uur gewekt (’s winters een half uur later). Indien de gezondheid het toeliet, dienden de verpleegden zelf hun bed af te halen om het te laten luchten. Daarna was het tijd om toilet te maken (wassen, kammen én zindelijk kleden), waarna men geacht werd het ochtendgebed te verrichten. Voor men de Heilige Mis in de Kapel ging (moest) bijwonen, werd een kop thee met een beschuit verstrekt. Na de Heilige Mis werd het ontbijt genuttigd. Daarna was het tijd om het bed op te maken. Het is onduidelijk wat de verpleegden daarna gingen doen: mogelijk het verrichten van werkzaamheden zoals verteld in: Het Sint Elisabeth-Gesticht, regels 1.
Middag en Avond
Om half twaalf volgde het middageten. Daarna was er tijd voor recreatie waarna om drie uur een kop thee met een boterham werd verstrekt. Om half zeven is er dan nog het avondeten. Wat er gegeten werd is niet bekend. Waar de maaltijden werden genuttigd is mij niet helemaal duidelijk. Er is geen aparte eetzaal aangegeven, hoogstwaarschijnlijk at men op de slaapzaal of in de zitkamer.
De zwakken en gebrekkigen moesten overigens flink dooreten, zij werden al om zeven uur ‘op bed geholpen’. De overige verpleegden hebben dan nog een uur om te handwerken, te lezen of om een spelletje te doen. Voor ook zij ‘ter ruste gaan’ moet nog wel een avondgebed worden verricht. Op de slaapkamers moest, zowel bij het opstaan als bij het naar bed gaan, volledige rust heersen.
Zondag
De “Dag des Heren” kende een eigen regime. De verpleegden moesten bij de Heilige Mis en bij de overige Godsdienstoefeningen die ‘gedurende den dag noodig geoordeeld worden’, verplicht aanwezig zijn.