We gingen vaak na de mis naar de tuin. Dat was een droomtuin, met verwilderde bosjes, bloeiende struiken, een Lourdes-grot en een hele grote schommel. Ik droom nog wel eens van het gebouw en de sfeer er om heen. Het leek wel een betoverde wereld met geheimzinnige lange gangen waar overal schilderijen hingen uit oude kloosters. De trappenhuizen en het stucwerk waren heel decoratief en monumentaal, met overal geheimzinnige deuren en nissen. Het rook er altijd muf. Ik woonde in de Dapperbuurt bij de markt. Dit was echt de andere wereld, die door de nonnen en de priester werd bestierd en volledig los stond van de gewone wereld. Als misdienaars renden we daar door heen, en tijdens de diensten schreden we, knielden en belden we voor het altaar bij de hoogtepunten, tussen wierookdampen en onbegrijpelijke Latijnse gezangen. We liepen rond het altaar met de evangelie standaard en kannetjes water en wijn, steeds wachtend op het hummen van de priester, want we waren natuurlijk altijd de draad kwijt. Soms herken ik die sfeer weer terug in beelden van Tibetaanse tempels of Grieks Orthodoxe kloosters. Ik kan nog steeds erg genieten van gezongen rituelen.
In de tuin van ‘Het Elisabeth’
Na de mis gingen we vaak naar de speeltuin.
703 keer bekeken