Verlof en Bezoek
De verpleegden hebben het recht op één uitgaansdag per week. De Eerwaarde Moeder mocht ook verlof verlenen op een andere dan de vastgestelde dagen. Zij bepaalde echter ook dan het uur van naar buiten gaan en van thuiskomen.
Twee keer in de maand, op zondagen, mochten er bloedverwanten op bezoek komen (tussen vier en zes uur). Kinderen waren welkom, maar alleen die op eigen benen konden staan. Kinderen die gedragen moesten worden, werden niet toegelaten. Tijdens het bezoek mochten de bezoekers niet roken. Indien nodig kan de Eerwaarde Moeder ook op andere dagen bezoek toestaan.
Verversingen
Het gaat hier niet om de verversingen die vanuit de instelling werden verstrekt. Het gaat om de door het bezoek meegebrachte verversingen. Als het bezoek iets wilde meenemen dan moest dat bij binnenkomst aan een Zuster worden overhandigd. Deze Zuster bepaalde, na raadpleging van de ‘geneesheer’, of de verversing aan de zieke kon worden verstrekt.
Sterke drank was in ieder geval uit den boze. Blijkbaar was dit een ‘erkend probleem’. Er is namelijk een aantal bepalingen in het reglement opgenomen. Werd men betrap op het gebruik van sterke drank, dan werd men voor een maand onder huisarrest geplaatst. Indien er een tweede overtreding volgde, werd men voor drie maanden gestraft met niet uitgaan. Een volgende overtreding betekende verwijdering uit het Gesticht.
Bewegingsvrijheid
De verpleegden mochten zich, zonder toestemming, niet buiten het eigen vertrek begeven. Ze mochten met andere woorden niet zomaar naar een andere slaapkamer (zeker niet van een andere klasse) gaan, ze mochten zich niet vrijelijk in de tuin begeven om te gaan wandelen of te gaan zitten. Zelfs de Kapel was voor hen buiten de gewone gebedsdiensten om verboden terrein.