Als kind durfde ik in de vijftiger jaren niet door de Danie Theronstraat te lopen. “Wat mot je hier”, was al gauw de vraag. En ook kon je klappen krijgen. Dat straatje, waar je alleen via twee donkere poorten aan de uiteinden kon komen, was voor niet-bewoners bepaald niet gastvrij. Het was een gesloten wereldje en de bewoners zagen het als hun eigen territorium, waar anderen niks te zoeken hadden. Wij, die op het ‘fluwelen endje’ van de Tugelaweg woonden, zagen niks in die mensen uit de Danie Theronstraat. Hetzelfde gold, wat ons betreft, voor de jongens uit de Vrolikstraat: “Allemaal schorem”.
Een paar keer gebeurde het dat er een soort straatoorlog uitbrak tussen jongens uit de Vrolikstraat en jongens uit de Danie Theronstraat. Ik heb geen flauw idee wat de aanleiding was, maar hoe dan ook, wij van de Tugelaweg kozen toch onmiddellijk de kant van de jongens uit de Danie Theronstraat. Het was tenslotte de ene kant van de spoordijk tegen de andere en dus vielen de verschillen weg.
Het ging er bepaald niet zachtzinnig aan toe. Over en weer gooiden wij met grote kiezelstenen die wij van tussen de rails op de spoordijk haalden. Na eerst op het open veld naast de Wibautstraat gestreden te hebben, trokken wij ons terug in de spoortunnel over de Wibautstraat. Daar vonden wij dekking binnen de stalen kolommen van de tunnel. Het ging er zo heftig aan toe dat sommige automobilisten niet door de tunnel dorsten, omkeerden en een andere route namen.
Er werd niet alleen met stenen gegooid. Wij waren ook uitgerust met houten zwaarden en schilden en sommige jongens hadden zelfs Duitse helmen op. Pas toen een van de jongens een steen voor zijn hoofd kreeg en bloedend naar huis gebracht werd, staakten wij de strijd.
Straatoorlog
Over en weer gooiden wij met grote kiezelstenen die wij van tussen de rails op de spoordijk haalden.
1705 keer bekeken