De familie S.
Ik ben na de oorlog eigenlijk nooit meer terug geweest in de oude woning waar ik met mijn ouders had gewoond. Ik zou het trouwens ook niet meer gewild hebben. Daarbij, veel woningen bij ons in de straat waren onbewoonbaar geworden. Veel van het hout was uit de woningen geroofd. In het bijzonder ook door bepaald stel buren uit de Spitskopstraat, die van de familie S. Die familie woonde bij ons om het hoekje. Je kon aan de achterkant van onze woning bij wijze van spreken zo naar binnen kijken bij de buren van de Spitskopstraat. Het zijraam van onze woning keek trouwens uit op de Spitskopstraat. Behalve de zoons die het hout wegsloopten, waren er ook twee zusters. Ik weet nog dat het twee grote en forse vrouwen waren. Echt contact heb ik nooit met ze gehad. De meeste van de kinderen, ik geloof dat ze er wel een stuk of tien hadden, woonden niet meer thuis.
Over Maurice Ferares en Mevrouw Koopman.
Andere buren uit de Spitskopstraat die ik mij nog kan herinneren, zijn de zoon van Ferares (Maurice) en een mevrouw Koopman. Die zoon van Ferares kende ik wel, hij was een jaar of twee ouder dan ik. Mevrouw Koopman herinner ik mij vanwege iets anders. Dat komt doordat mijn moeder wel eens zei: “Daar komt die van Koopman aan”. Ik vroeg dan wel eens hoe ze dat nou kon weten, ik zag helemaal niemand. “Dat komt”, zei mijn moeder: “omdat de kat met haar meeloopt”. Haar kat ging altijd met mevrouw Koopman de straat op. Vaak zag je eerst de kat en pas daarna mevrouw Koopman. Zij woonde in de Spitkskopstraat, op nummer 7 huis (zij is in Amsterdam overleden op 27 februari 1943, in de Krugerstraat, aanvulling F.Slicht).