Toen ik naar de President Brandschool ging, was deze nog helemaal nieuw. Wij waren de eerste leerlingen. Ik weet niet of de school al eerder was gebouwd, in afwachting van de bouw van de woningen. Voor mij was die buurt, die omgeving totaal nieuw.
Er waren trouwens heel leuke onderwijzers op de President Brandschool. Zo had je bijvoorbeeld Jerohm Hartog, in die tijd een heel bekende man. Verder had je juffrouw Mok, Saartje Mok: de zuster van de bekende dichter Mau Mok.
Die Jerohm Hartog, dat was trouwens een Joodse man, zei een keer tegen mij: “Weet jij wat ‘sjappiehendelemendele’ is”? De mensen bedoelden met die uitdrukking: Chopin, Händel en Mendelsohn, ze gebruikten die als ze stampot of hutspot wilden maken.
Juffrouw Mok is trouwens een keertje bij ons thuis geweest. Mijn moeder had haar uitgenodigd zodat de juf kon zien hoe ik thuis was. Ik speelde thuis vaak met mezelf, ik was enig kind. Ik speelde dan vaak schooltje. Ik had een klein brilletje, ik had zelf kleine boekjes gemaakt, ik had zelfs een stemvork gekregen om muziekles te geven. De kleine boekjes werden uitgedeeld, de les kon beginnen. Met een klein krijtje schreef ik op een bordje. Met behulp van de stemvork gaf ik ook zangles aan ‘mijn gefantaseerde kinderen’.
Mijn moeder had door dat ik mijn juffie imiteerde. Daarom had ze Saartje Mok uitgenodigd om ’s middag een keer te komen drinken. Ze is inderdaad gekomen en die twee hebben samen dubbel gelegen van het lachen. Ik speelde onverstoorbaar verder met mijn schooltje. Het ging mij tenslotte niets aan wat die twee daar zaten te doen.