Onlangs zag ik hem op Schiphol, ik was juist een paar dagen in Amsterdam geweest. Ik moest meteen denken aan mijn tijd vroeger op de St. Lidwinaschool. Hij zat niet bij mij in de klas, wel bij mijn oudere broer. Mijn zus kent hem ook nog goed, zij werd door hem altijd voor rooie uitgescholden. Zij schold dan terug met brillenjood. Niet dat hij joods was, maar hij had wel een bril. Dat was toen voldoende, blijkbaar.
Een voorval staat nog goed in mijn geheugen gegrift. Een middag op weg naar huis, pochte Maarten dat hij bij bakkerij Kwakman (hoek Middenweg Linnaeushof) gemakkelijk gebakjes kon bietsen. Gebakjes, ahhh - mijn ouders konden zich dat niet veroorloven – het water stond me al in de mond. Maarten zou mijn broer en mij laten zien hoe je dat moest doen en hij zou ook voor ons een gebakje bietsen. Maarten had ervaring, hij wist precies wanneer de gebakjes van de bakkerij naar de winkel werden getransporteerd. Maarten had lef, hij sprak de bakkersknecht aan en bedelde om drie gebakjes. De knecht weigerde eerst, maar na aanhouden van Maarten (en dankzij onze hunkerende blikken), keek hij snel of de baas er niet was en gaf toen een gebakje. “Hier samen delen” zei hij. Een heerlijk extra groot slagroom gebakje. Maar, potverdorie nog aan toe, wat deed die lul… hij at hem helemaal zelf op!
“Maarten maakt vrienden”. Ik zag dus zijn boekje liggen op Schiphol. Zou die eenzame figuur in de kroeg, nou vrienden maken? Ik heb een exemplaar gekocht. Een aardig boekje, leest gemakkelijk, stoere verhalen. Maar hij schrijft het zelf, ook tussen zijn kennissen zijn er die meteen onrustig over zijn schouders kijken - om te zien of er niet iemand opdoemt die interessanter is.