Vanuit ons huis op de Archimedesweg keken we uit op de spoorbaan. 's Nachts hoorde we het gedender van het rangeren en overdag het geluid van de voorbijrijdende treinen.
Om de twee weken namen we de trein, die vanuit ons huis te zien was, op weg naar de Lage Vuursche. Mijn grootmoeder had bedacht dat het belangrijk was dat haar kleinkinderen, die in de stad opgroeiden, naar buiten konden. Ze besloot een huisje te kopen, nu ja huisje, het was een bouwkeet. Dit huisje stond op een terrein bij de bossen van de Lage Vuursche met verder allemaal keurig nette vakantiehuisjes. Het ene weekend zouden mijn oom en tante met hun vier kinderen er naartoe gaan. Op de andere mijn ouders plus drie kinderen.
Op zaterdagochtend was er nog school. We vertrokken na het middageten. Bepakt en bezakt op weg naar het Muiderpoortstation. Eerst liepen we de Archimedesweg af naar de Ringdijk, vervolgens onder het viaduct door en over het geel geverfde kippenbruggetje. Dan opnieuw langs de spoorbaan. Aan de andere kant liepen we onder het volgende viaduct door. In de verte lag het Muiderpoortstation.
Het was een beetje vreemd buurtje met lage rijtjes huisjes. Heel anders dan bij ons. Wij woonden in huizen in woonblokken met portieken. Vlakbij het spoor was een plantsoen met in het midden een huis waar een huisarts woonde. Je zag er mensen buiten wachten. Later hoorde ik van mijn moeder dat het ziekenfondspatiënten waren.
Vanaf het station namen we de trein naar Hilversum. Met slecht weer verder met de bus naar Hilversum, met mooi weer naar de Hollandsche Rading. Dan liepen we nog een kwartier. De volgende dag ondernamen we dezelfde tocht in omgekeerde richting. Op maandag zaten we weer op school.