Ik kende de kinderen van de meeste winkeliers in de straat wel. Ik speelde met Robbie Stevense van de bakker, met Frans van Voorst van de slager, Frans Jansen van de groenteboer en met Wimpie Westheider, zijn vader had een kolenhandel. Ik weet niet wat er van ze geworden is en ik weet ook niet of ze bij het luilakavontuur betrokken waren.
Op de hoek Kramatweg/Baweanstraat was de sigarenzaak van Sorgdrager. Daar hebben we eens tijdens de Luilakviering een grote etalageruit gebroken. We waren met een groepje en we hadden een stuk loden pijp gevonden, waarmee we op het stenen muurtje onder de winkelruit mikten. Natuurlijk ging het mis. Terwijl de jongens uit elkaar stoven, bleef ik aan de grond genageld staan en zag de ruit in slowmotion naar beneden komen. Mevrouw Sorgdrager kwam in haar peignoir naar buiten rennen. Ze was vreselijk geschrokken en vroeg of ik dat had gedaan. Hoewel ik niet de werkelijke dader was, nam ik de schuld maar op me. Ze vroeg of mijn ouders wel verzekerd waren. Ik dacht van niet en was nogal onder de indruk toen ze vertelde dat het vervangen zeker tweehonderd gulden zou kosten. Dat zouden mijn ouders nooit kunnen betalen! Ze had waarschijnlijk toch medelijden met me, want de volgende dag werd een nieuwe ruit ingezet en ze heeft er nooit iets van aan mijn ouders verteld en dat, terwijl we daar geen klant waren.
Mijn vader had zijn vaste sigarenzaak in de van Swindenstraat. Vaak moest ik daar op zaterdag helemaal naartoe lopen om zijn shag en drie Ajax kaartjes te halen. Samen met mijn oom gingen we altijd naar de thuiswedstrijden van Ajax. Ik moest dan zeggen “Drie kaartjes voor Koch”, terwijl ik niet zo heette, dat was mijn oom, maar zo kende de verkoper mij nu eenmaal en dus bleef het zo.
Verteller: Rob Spel