Baweanstraat en Kramatweg

een reactie van Ad Tolhuijs op de Pantoum 'Baweanstraat' van Anneke Koehof

Verteller: Ad Tolhuijs

Ad Tolhuijs reageerde alweer een tijd geleden op de poëtische tekst van Anneke Koehof. Deze reactie verdient het om als verhaal geplaatst te worden en met de toestemming van Ad gebeurde dat ook bij deze!

 Kramatweg met op de achtergrond de Zeeburgerdrijk. Datering: 14 oktober 1938. Bron: Beeldbank, SAA

Kramatweg met op de achtergrond de Zeeburgerdrijk. Datering: 14 oktober 1938. Bron: Beeldbank, SAA

Alle rechten voorbehouden

Bawean + Kramat

Als ik het gedicht 'Baweanstraat' lees wordt ik weer terug gekatapulteerd naar diezelfde tijd van de oorlogs- en na- oorlogse jaren. Ik ben op Karamatweg 36 één hoog opgegroeid.

Mijn ouders, mijn oma van moederskant, mijn zusje en ik zijn er in 1938 komen wonen (van de Palembangstraat). De Kramatweg,  helemaal zonder overburen, was een paradijs. Jammer genoeg was ik zwaar astmatisch en was daardoor zo vaak erg ziek dat ik niet naar school kon gaan. Gelukkig gaf mijn zusje mij dan les over alles wat zij die dag op school had geleerd, zodat ik ondanks alles twee jaar op mijn klasgenoten vóór was. Op de Openluchtschool in het Oosterpark (in het toenmalige Koloniaalmuseum zat toen de 'Grüne Polizei') mocht ik dan ook na een paar weken direct van de eerste naar de tweede klas. Ook van mijn oma heb ik ontzettend veel geleerd.

Beneden ons, in het benedenhuis, woonde NSB'ers, evenzo boven op 3 hoog. Toch konden wij allemaal goed met elkaar overweg en hadden er nooit last van. Mijn zus en ik speelden immers ook met hun kinderen. De politieke instelling van de ouders speelden hier gelukkig geen rol. Ik was gek op mijn buurmeisje van beneden. Zij was één jaar ouder dan ik en had een ernstige hartkwaal. Als wij allebei even ok waren gingen wij naar de sloten langs beide kanten van het Zwarte Weggetje (tussen twee van de Jodemanussies) om kikkers en stekelbaarsjes te vangen, die wij dan ieder thuis in een kommetje hielden om ze wat later weer vrij te laten. Het was vooral voor mij verschrikkelijk toen op een morgen beneden de gordijnen dicht waren. Mijn lieve Kobie was overleden. Mijn zus en ik mochten haar nog één keer zien, opgebaard in haar slaapkamertje. Van heel dichtbij keek ik naar haar gezicht en handjes. Ik begreep het allemaal niet en kon mij nauwelijks voorstellen dat zij niet plotseling haar tong naar mij zou uitsteken. Maar dat gebeurde niet en zo zag ik voor de eerste keer in mijn leven wat de dood betekende.

Het is nu al 57 jaar geleden dat ik Nederland verliet. Naar Zwitserland, naar Noord-Amerika, weer terug naar Zwitserland, weer terug naar de USA, dan naar Zuid-Amerika, weer terug naar de USA en nu al weer sinds jaren in Zwitserland waar ik ook getrouwd ben. Maar nog steeds ben ik mijn gevoel voor Nederland en speciaal voor Amsterdam en "mijn" buurt niet vergeten.  

Groet van Ad Tolhuijs.

23 juli 2018

 

BAWEANSTRAAT - Geheugen van Oost

 

OV

Alle rechten voorbehouden

171 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe