Wij woonden in de Pythagorasstraat 20 en waren katholiek, de buren op 18 waren de Joodse familie Zonlicht die een Joods particulier bejaardentehuis runden, de buren op 22 waren de streng gereformeerde familie Van Namen. Als kind wist ik alleen dat wij op zaterdag voor de buren op 18 kleine diensten verleenden (sabbath) en dat de kinderen van 22 op zondag binnen bleven. (de dag des Heren) Andere verschillen waren er niet, het waren gewoon buren.
Ik was kind aan huis bij de oude dametjes, had geen moeite met het Jiddish. De dametjes zeiden tegen mijn moeder dat ze zich geen zorgen behoefde te maken want ze zouden mij niet teveel verwennen (snoep) Het was een gelukkige tijd.
1940-1942
As de oorlog toeslaat verandert er in het begin niet teveel, maar langzaam sluipt het gevaar binnen. De Joodse buren hadden geen telefoon meer. Ze kwamen bij ons bellen en wij werden dagelijks gebeld met de vraag of wij even wilden doorgeven dat XXX er nog waren maar dat YYY waren opgehaald. Op een dag komt Mevrouw Zonlicht vertellen dat haar zoon Hans verdwenen is.. Ze is bang. Een paar dagen later komt een van de dametjes bij mijn moeder: "Meneer en mevrouw Zonlicht zijn weg, wat moeten we nou?" Mijn moeder belt de Joodse Invalide en er komt een verpleegster voor korte tijd. Dan komt er een vrachtwagen met een loopplank.Een Duitse soldaat kijkt toe met geweer in de aanslag. Moeilijk moeten de oudjes naar boven klimmen. Wij kijken door de gordijnen maar de soldaat heft dreigend zijn geweer. De verpleegster zegt dat ze niet bang moeten zijn. Op het overzicht van de bewoners dat ik heb staat bij iedere naam "Sobibor"
Gotspe
In die bange jaren laten mijn broer en ik de honden van Mevrouw Gazan van de Linnaeusparkweg - tegenover "het" poortje - dagelijks uit. Het zijn twee hazewindhonden met de fraaie namen Farrash en Saai. Op de Middenweg rukt Farrash zich los en rent het terrein naast de Emmakerk op. Het veld waar de zoeklichten en het luchtafweergeschut staan. Wij weten ons geen raad en met de moed der wanhoop vertellen wij de Duitse wacht - met handen en voeten - dat onze hond op zijn verboden terrein loopt. De wacht heeft begrip en laat ons op het terrein gaan zoeken. Een gotspe: twee roomse jongetjes die de honden van een Joodse mevrouw uitlaten op de verboden Luftmacht Platz.
Vrij Nederland
Wij hebben de radio thuis. Op het dak staat - met medewerking van de buren - een dynamo die onze accu in leven houdt. Het nieuws van de radio gaat naar de 'buurjongen' Ari van Namen - later hoofdredacteur van Vrij Nederland - en mijn vader drukt een lokale editie van Vrij Nederland op een oude Gestetner in de kelder. Op een dag wordt de verrader Henneike op de Linnaeusparkweg door het verzet doorgeschoten. Geruchten gaan over een razzia en bij ons thuis worden alle bewaarde edities van Vrij Nedrderland - verstopt in de zijkant van de 'ombouw'- in de Salamander verbrandt.
Bang
Waar Henneike is vermoord ligt nu links een donkerbruine vlek op straat, in een van de huizen rechts heeft een jongen zich opgehangen aan de stalen trekstaaf in het hoge portiek. Ik loop naar de Lidwinaschool dus precies in het midden van de 'Parkweg'.
Arbeitseinsatz
Een van mijn broers wordt opgeroepen voor het werk in Duitsland. Dokter Kaan - die nu in het huis van de vroegere dokter Baks zetelt - geeft mijn broer een zalfje dat hem het uiterlijk van een melaatse geeft. Het werkt een tijdje.
Brood NSB'r
In het huis van onze vroegere Joodse buren komt een NSB gezin. Brood NSB'rs werden ze genoemd. Alleen de oudste zoon loopt parmantig te marcheren in dat fraaie Hitlerjugend pakkie. Na de bevrijding wordt de man opgepakt. Mijn vader zal later in zijn voordeel voor het gerecht getuigen. Hij wist natuurlijk dondersgoed dat ons huis vol zat met onderduikers maar heeft altijd gezwegen.
De avond van 4 mei 1945.
Wij weten dat 's avonds om 08.00 uur HM de Koningin op Radio Oranje gaat spreken. Ons huis is stampvol. Ze zitten op alle stoelen, de tafel, het bureau van mijn vader en op de grond. Dan: "Hier Radio Oranje op golflengte..tot u spreekt.....Landgenoten, wij zijn vrij". De emoties knallen er uit, tranen vloeien in overvloed. Mijn vader heeft een fles champagne 'Etienne Frère Epernay' bewaard voor dit grootse moment. Ik ben 12 en drink mijn eerste alcohol
De 'dappere" BS'r
Wij zijn bevrijd en plotseling komen mannen in de donklerblauwe overall van de BS te voorschijn. Een van die dapperen haalt de piano weg uit het NSB huis. "Ze hebben hem toch maar gestolen". Maar wie steelt hem nu opnieuw... de piano was van onze Joodse buren!