Het viel mij op dat bijna geen enkele Amsterdammer wist waar de Stieltjesstraat was. Als ik dan zei dat die tussen de Von Humboldtstraat, Pekelharingstraat, Saltetstraat en de van 't Hofflaan lag, keken ze vaak alsof ik van een andere planeet kwam. In het begin waren er weinig winkels. Ik herinner mij heel goed de Coöperatie op de hoek van de van 't Hofflaan en de von Humboldtstraat. Wat had ik een hekel aan dat boodschappen doen! Het duurde, voor mijn gevoel, altijd uren voor je aan de beurt was en de buurvrouwen maakten ook vaak een praatje. Later kwamen er wat meer winkels op de van 't Hofflaan en het Robert Kochplantsoen, waar ik overigens van 1970 tot 1976 woonde. In de buurt woonden veel kinderen en er was veel speelruimte, ik herinner mij Peter (mijn beste vriendje) van nummer 3 en uit de Von Humboldtstraat Marja, Hannie en Manja. Ja, veel meisjes, er waren er nog meer, maar helaas zijn die namen mij nu even ontschoten. In de winter werd altijd het 'landje' opgespoten. Dat deden de aardige vaders en moeders 's avonds. Ik heb er schaatsen geleerd en tante Dikkie en ome Henk deden niets anders dan snotneuzen afvegen en schaatsen opnieuw vastmaken die toen nog van die veters hadden; en niet te vergeten moed inspreken en troosten als je weer eens riant onderuit was gegaan doordat je over een uitstekende graspol was gestruikeld. Ja, ik kan over mijn buurtje nog uren doorgaan met herinneringen ophalen.
Schaatsen op het landje
Tante Dikkie en ome Henk deden niets anders dan snotneuzen afvegen, schaatsen opnieuw vastmaken, moed inspreken en troosten als iemand onderuit ging.
8097 keer bekeken