Clubhuis oompje

Dit kleine appartement werd bewoond door drie hardwerkende jonge mannen.

Transvaalbuurt
Krugerplein .<br />Foto: Beeldbank Amsterdam

Krugerplein .
Foto: Beeldbank Amsterdam

Alle rechten voorbehouden

Clubhuis oompje
In de jaren vijftig was Amsterdam-Oost als een pas geopende snoepwinkel. En gelukkig maar. In de zomermaanden werden de buurtjongens ‘s ochtends steevast het huis uitgestuurd. Weer of geen weer, je ging maar buiten spelen. We moeten een jaar of twaalf zijn geweest toen we ‘clubhuis oompje’ ontdekte, ons zomeronderkomen in een van de zijstraten rondom het Krugerplein. Dit kleine appartement werd bewoond door drie hardwerkende jonge mannen, Nico Hazer, Haggie (Haggel voor buurtgenoten) en Vriend Rik. Onder de jongens werd de eerstgenoemde al snel oompje Hazer genoemd. Wat Hazer hier ook van vond, de naam bleef plakken en het kleine appartement werd ‘Clubhuis Oompje’.

Pottoe
In het huis speelden wij altijd een zelfverzonnen kaartspelletje. Pottoe noemde ome Hazer dat. Het kaartspel was een combinatie van het spelen van troefkaarten en enige vingervlugheid, heel origineel. Pottoe was makkelijk te winnen als je ‘gewoon op de (tafel)rand speelde’, maar oompje haalde er trots uit om op zo’n kunstig mogelijke manier te winnen, hetgeen hij ‘spijken’ noemde. ‘Stuur ik jou daarmee even naar huis’, zij hij dan altijd gekscherend, maar iedereen wist dat de deur van clubhuis oompje altijd openstond.

Haggie was een verhaal apart
De huisgenoot van ome Hazer, Haggie, was een verhaal apart. Haggie had een volledige baan en ondersteunde duidelijk het huishouden van de twee. Als we pottoe speelden, deed hij altijd mee. Hij maakte dan wel rare geluiden, zoals ‘brup’, ‘brap’ en ‘jeahjeah’. ADHD bestond toen nog niet. Vooral als ‘’de bibbel’’, een van de buurtjongens, een spelletje pottoe kwam spelen, was Haggie erg druk. De bibbel zei gelukkig vaak al snel dat ‘hij even rustig moest doen’. Na een paar jaar vertrok Haggie naar Oud-west om samen te wonen met Kip, zijn vrouw. Het clubhuis verloor hij echter nooit uit het oog. Oost was zijn thuis.

Vriend Rik was de grote aanjager
Aan de eettafel werd er vaak muziek gemaakt. Vriend Rik was de grote aanjager daarvan. Hij stond in de buurt bekend als straatdichter. Daar kwam ook zijn naam vandaan. Hij was de vriend van de gehele buurt en was nooit te beroerd om je te trakteren op wat gitaarspel. De bruggen over de Amstel (van oost naar west) waren zijn favoriete plekken. Als ik daar nu loop, moet ik altijd aan hem denken.

'Wierie' noemden ome Hazer dat
Het huis van de markante Oostbewoners rook altijd naar wierrook, ‘wierie’ noemden ome Hazer dat. Dit was niet het enige woord dat oompje zelf had verzonnen. De plantjes op het balkon gaf hij eigen namen. Als het regende zei oompje altijd: ‘dat is lekker voor ‘Jerom’, waarmee hij dan een van zijn varens bedoelde.

Clubhuis oompje stond uiteindelijk symbool voor iets groters. Het symboliseerde de buurt en de vitaliteit van het na-oorlogse Amsterdam. In de saamhorigheid, de eigengereidheid kwam de kracht van Amsterdam-Oost tot uiting. Clubuis Oompje was voor ons Clubhuis Oost.

Alle rechten voorbehouden

1080 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe