Langs de Senefeldestraat lag een nog onbebouwd stukje grond: 'het landje'. Zoals gezegd voetbalden we er, maar als gevolg van andere activiteiten ging dat niet zonder hindernissen. Op de ook voor voetbal geschikte stukken groeven we namelijk gaten en sleuven, groot, breed en diep. De attractie was dat het grondwater al bij vijftig centimeter opborrelde. Het werd een stinkende, bruinige drab. Picknicken op het landje was eerder een meidenactiviteit maar ik heb eraan meegedaan. Aardappels poffen kon me wat langer bij de picknick-les houden.
Weer naast het landje stonden de klimtoestellen en stenen van Don Bosco.
Tussen de Maria Immaculata- en de Mytylschool, vanaf het landje tot aan de Ringdijk, stonden struiken. Struiken met witte besjes eraan, uitstekend geschikt voor de blaaspijp (16 mm pvc elektra buis). Als alle bessen eraf waren, draaiden we pijltjes van stroken tijdschriftenpapier. Ik kan het nu nog, maar voor de eerste pijlen moest ik terug naar huis. Mam maakte één nieuwe pijl. Lange tijd had ik een super-de-luxe katapult maar de blaaspijp was toch favoriet. We knutselden dubbelloops exemplaren met vizier.
Die struiken waren ook geschikt voor diefje met verlos. Als 'verlos' diende de vlag bij de hoofdingang van de Maria Immaculata school.
In die school werden in de grote zaal op zondag(?)middag films gedraaid. Voor een dubbeltje (kwartje ?) kreeg je enkele tekenfilms en/of een hoofdfilm. Zoals er waren: Ivanho, Robin Hood, superhond Rintintin en een nep-Tarzan. Met school gingen we een enkele keer naar de BIO aan de Middenweg. Ik herinner me de film 'De negerhut van Oom Tom'. Bij iedere voorstelling werd daar gecollecteerd voor het BIO vakantieoord.
Luilak vereiste de nodige voorbereidingen. Met een leeg schoensmeerblikje, een halve knijper en dikke elastieken bouwde je een ratel aan je voor- en/of achterwiel. Het was niet zo best voor je spaken. Lastiger was de sirene: touwtje om de achternaaf naar een conservenblikje op de bagagedrager. Met alles in dubbele uitvoering maakte je veel lawaai maar geen vaart. Standaard werd er belletje getrokken, geschreeuwd.
Een keer ben ik me te buiten gegaan aan echte baldadigheid. Of ik (mede) dingen heb vernield, staat me niet meer voor de geest, maar we zaten op het dak van het postkantoor. Tot de politie kwam. Luilakbollen kocht ik bij bakker Hofman in de Wakkerstraat, via het luik naar de bakkerij in het sousterrain.