Bij ons in huis hangt boven aan de trap de foto van mijn grootmoeder Heintje, mijn zusje is naar haar vernoemd. Oma Heintje is geboren op 26 mei 1870. Zij trouwde op 15 augustus 1894 met mijn opa, met Gerrit Barend.
Opdracht
Het is alsof zij altijd naar mij kijkt, kijkt naar wat ik doe en of ik het goed doe. Het is alsof zij zegt: ‘Greetje, jij bent er nog, jij hebt samen met je familie, je moeder Mietje de oorlog overleefd. Jij kunt nog vertellen wat er met onze familie is gebeurd, doe het nu je er nog bent. Vertel over al de familie, vertel over je opa, mijn kinderen en kleinkinderen die allemaal zijn afgevoerd naar Westerbork. De familie die daarna is afgevoerd naar Auschwitz of Sobibor en daar is vergast. Vertel over hen die allemaal vreselijke angsten hebben moeten ondergaan en een vreselijke reis van drie dagen zonder voorzieningen hebben moeten doorstaan.’
Mijn oma
Wat ik van mijn oma weet, heb ik van mijn moeder. Oma Heintje is overleden op 28 april 1934, op 62-jarige leeftijd. Ik was toen nog geen twee jaar oud. Mijn oma heeft 12 kinderen gekregen, waarvan er drie al op jonge leftijd zijn overleden. Eén van deze drie kinderen, haar naam was Klara, kreeg op tweejarige leeftijd een pan hete soep over zich heen. Zij is daar uiteindelijk op 6-jarige leeftijd aan overleden (in het Nieuw Israëlitisch Ziekenhuis). Dit heeft van haar een stille en stugge vrouw gemaakt.
De twee andere kinderen die op jonge leeftijd overleden, waren Bloeme (3 maart 1896 – 9 maart 1896) en Abraham (29 mei 1901 – 5 maart 1903).
Mijn oma was een lieve vrouw. Zij is begraven op de begraafplaats in Diemen, mijn moeder is naast haar begraven.