Iedere derde maandag in augustus was het Hartjesdag in de Dapperbuurt. Tegenwoordig vieren ze het op de Zeedijk, dan gaan mannen verkleed als vrouwen en vrouwen verkleed als mannen. Maar daar herinner ik mij niets van. Ik herinner mij dat de buurtbewoners het hele jaar allerlei rotzooi spaarde, voor Hartjesdag werd alle rotzooi naar buiten gegooid. Daar lag dan een hele berg met troep die op Hartjesdag in de fik werd gestoken. Als jongen vond ik dat fantastisch! Op een gegeven moment werd het verboden. In plaats van Hartjesdag kwam er een wielerwedstrijd op de Pontanusstraat, de Commelinstraat en de van Swindenstraat. Eerst was het gratis, later moest je betalen als je er naar wilde kijken en toen was er heel weinig belangstelling voor en daarom stopte het. Daarvoor is niets in de plaats gekomen.
Wat ik ook nog weet van Oost is het abattoir bij de Veelaan. Iedere maandag werd daar vee aangeleverd. In de buurt was het een echte beestenboel en verder wemelde het er van de ratten. Het abattoir stortte vuiligheid van het slachten in het lozingskanaal, als kinderen noemden wij dat het 'bloedkanaal'. Als jongetjes probeerden we zoveel mogelijk ratten met steentjes te raken, wie de meeste ratten kon raken was de winnaar. Eén keer per jaar kwam Circus Strassburg naar Amsterdam en de dieren kwamen per trein aan bij het abattoir. Het was een prachtig gezicht als alle dieren dan in een lange rij door de stad liepen naar Carré.
Een groot deel van het vervoer ging vroeger met paard en wagen, als een paard dood bleef dan kwam er een speciale wagen om het dode paard op te halen. Het paard werd dan op zijn rug die wagen in geschoven met zijn vier poten omhoog. Dat was zo'n raar gezicht, dat zal ik niet snel vergeten.