Rob Veenstra is geboren op de Padangstraat in 1939 en woonde daar gedurende de Tweede Wereldoorlog. Hoewel hij tijdens de oorlogsjaren nog erg jong was, weet hij zich nog verschillende dingen te herinneren: "Op een dag vlogen er schietende jagertjes over, Duitse vliegtuigjes die de gasfabriek op de Polderweg beschoten. Als kind zocht ik dekking onder een handkar. Ik weet ook nog dat ik in die tijd met mijn vader meeging om brandnetels te zoeken bij het Zuiderzeepark bij het Merwedekanaal. Mijn vader wist precies hoe hij ze het best kon beetpakken, maar als kind wist ik dat niet. Mijn handen zaten onder de blaren. De brandnetels werden thuis gekookt en dat aten we op, of het lekker was weet ik niet. Bij de Zeeburgerdijk was een gaarkeuken, op de hoek Djambistraat. Het eten stond daar in grote ketels. Als klein jochie ging ik aan de randjes van die ketels likken. De oorlog was een hectische en chaotische tijd. Bij Zeeburg had je, waar nu de eindhalte van lijn tien is, een Duits soldatenkamp. Ik ging hier wel heen om te spelen: de joodse begraafplaats noemden we als kind 'het jodenmanussie'. Ik weet nog dat we dan chocola kregen, of iets wat daarvoor doorging. Na de Bevrijding ging ik met mijn ouders naar het Tropeninstituut. Daar waren dukes, legervoertuigen die ook konden varen. Tegen betaling mocht je dan een stukje meevaren, ik denk dat dat op de Mauritskade was. In die tijd was er helemaal niets. Ik ging ook wel naar de soldaten kijken die door stad liepen te marcheren en daarbij soldatenliederen zongen, indrukwekkend vond ik dat. Met voedselbonnen konden we op een gegeven moment wittebrood kopen, op de hoek Padangstraat, dat smaakte als taart."
Oorlog en Vrede
Ik weet nog dat we dan chocola kregen, of iets wat daarvoor doorging.
5257 keer bekeken