De slechte leefomstandigheden van de jaren dertig hadden mijn vader in de richting van het communisme gedreven. Ook ik had aanvankelijk communistische sympathieën, ik sloot mij aan bij de jeugdbeweging. Mijn vader was overigens meer sympathisant dan actief lid. ‘Rusland was het helemaal’ voor mijn vader. Wat hebben we ons daarin vergist, maar in het begin kon je dat niet weten. Bij het christendom was men in het begin toch ook van het goede uitgegaan?
Ik ben maar kort lid geweest van de communistische jeugdbeweging, al snel stapte ik eruit en werd ik lid van de Arbeiders Jeugd Centrale (AJC, opgericht door het Nederlands Verbond van Vakvereniging en de Sociaal-Democratische Arbeiders Partij). Eind jaren dertig werd ik violist in het orkest van de AJC. Daar leerde ik ook Hetty Sammes kennen, zij speelde net als ik viool. Hetty werd mijn vriendin, zij overleefde de oorlog en in 1945 zijn wij getrouwd.
Via de socialisten kende ik natuurlijk ook Elie Smalhout (ontwerper van de SDAP en leerling van de bekende tekenaar van socialistische spotprenten Albert Hahn), misschien wel de actiefste socialist in de buurt. Hij woonde met zijn gezin aan het Pretoriusplein. Overigens kende ik Elie Smalhout ook nog van iets anders. Hij was namelijk mijn leraar tekenen op de A.B. Davidsschool. Die school zat in de Valkenierstraat. Het was een vakschool waar ik ook andere vakken kreeg dan alleen maar tekenen. Zo heb ik daar ook nog les gehad in ‘punt smeden’ (het smeden van een ronde punt aan een staaf ijzer). Op de Davidsschool kreeg ik een algemene opleiding in de kunstnijverheid.