Toko Ricardo

Groente, cosmetica en pooja samaan

Ricardo Gunputsing (1958) drijft samen met zijn vrouw Lily al zo’n 12 jaar een toko om de hoek van de Dappermarkt. Lily is een winkeliersdochter. Haar vader begon in de jaren tachtig een toko in de Staatsliedenbuurt.

Dit is een van de verhalen die eerder gepubliceerd zijn op de website "Buurtwinkels" van het Amsterdam Museum. De verhalen die in Oost spelen zijn overgeplaatst naar het Geheugen van Oost, vanwege sluiting van de oorspronkelijke website. Dit is een verhaal uit 2010.

Helen Palmtak bij haar wekelijkse bezoek aan Toko Ricardo

Helen Palmtak bij haar wekelijkse bezoek aan Toko Ricardo

Twee jaar geleden verhuisde Toko Ricardo naar de huidige winkel in de 2de van Swindenstraat 92. Het assortiment bleef hetzelfde: tropische groenten en fruit, Surinaamse vis, zoutvlees, allerlei conserven en Afro cosmetica. Op zaterdag helpt dochter Reshika (1990) soms in de winkel. Samen met mijn collega Helen Palmtak ga ik naar de toko. Helen verzorgt de lunch in de personeelskantine van het Amsterdam Museum. Regelmatig serveert ze daar roti’s of een Surinaams broodje kip. Iedere zaterdag neemt ze lijn 10 vanuit west om, vaak samen met haar drie zoons, boodschappen te doen bij Ricardo’s. Op Helen’s boodschappenlijstje staan meestal bananen, cassave, kousenband, zoutvlees en kruiden. Haar zoons vragen wel eens of ze robotvisjes meeneemt. Daarmee bedoelen ze kwie-kwie, een vis met heel harde schubben die volgens de jongens op een robothuid lijkt. “Ik kook mix”, zegt Helen, “Roti is Hindoestaans, pom is creools en moksi meti Chinees.” Helen maakt het allemaal, maar ze houdt ook van Hollandse stamppot.

Ricardo heeft wel meer klanten die uit andere delen van de stad komen, zelfs uit Purmerend en Almere. Zijn klanten zijn niet alleen Surinamers, maar ook Zuid-Amerikanen, Thai en natuurlijk Nederlanders. Ricardo probeert telkens wat nieuws te brengen om klanten te trekken, bijvoorbeeld blikjes bonen uit Ecuador. Of Thaise basilicum, omdat Nederlanders steeds meer Thais koken. ’s Zomers verkoopt hij wel eens kousenband die gekweekt is in Nederland, maar dat smaakt toch niet echt, vindt hij. De Surinaamse bodem heeft nu eenmaal meer voedingswaarde. ‘Als je daar een pitje uitspuugt, heb je de volgende dag een boom’. Op Schiphol worden groenten en fruit van buiten Europa gecontroleerd op insectenbestrijdingsmiddelen. Ricardo koopt alles bij een grossier op de Jan van Galenstraat. Een deel van het assortiment wordt ingevroren geïmporteerd, zoals de zakken geraspte pomtayer. Met de vele koelkasten in zijn winkel is zijn elektriciteitsrekening niet mals. Vorig jaar moest hij 5000 euro bijbetalen. “Dat nekt je bijna als kleine ondernemer.” Toen hij in zijn huidige winkel kwam, ongeveer 110 m2 groot, ging de huur omhoog van 1800 naar zo’n 2700 euro per maand.

Ook het assortiment van Ricardo is mix: hij verkoopt, naast levensmiddelen, ook stenen kommetjes voor het Hindoestaanse lichtfeest Divali en flesjes voor Winti wassingen. Zijn kaartje vermeldt dat Toko Ricardo tevens het adres is voor ‘Pooja samaan – Fanodoe sanie & cultureele benodigheden’. Op de toonbank liggen Surinaamse kerstbroden en iedere klant krijgt een plakje. Helen geeft me het recept voor Bravoe soep. Een paar bakbananen in kleine stukjes, één geraspte cassave, chinese tayer, kokosmelk, zoetvlees, selderij, en pimentkorrels. En dan lang sudderen in ribbensoep. “Ribbensoep?”, vraag ik. “Ja, soep getrokken van vlees met bot”. De andere klanten bemoeien zich ermee: “vergeet het tayerblad niet”.

januari 2010

Alle rechten voorbehouden

84 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe