Op 18 februari 1903 werd Samuel Sluijser geboren. In 1922 wordt hij gekeurd voor de militie. Met zijn lengte van 1 meter en 634 mm was hij van een gemiddelde grootte. Hij werd afgekeurd omdat hij door zou zijn. Bij de keuring had hij dit zelf aangegeven, het register geeft een andere reden. Volgens mij staat er 104 (= nummer van het keuringsreglement) wat zoveel wil zeggen dat er sprake is van het grotendeels ontbreken van tanden en kiezen. Doofheid of slechthorendheid viel onder nummer 117.
Werken
Volgens zijn archiefkaart was hij aanvankelijk diamantslijper (briljantslijper) en later ‘behanger van verduisteringsgordijnen’. Dit laatste beroep was het beroep dat hij o.a. uitoefende namens of voor de Joodse Raad. Daarnaast of daarna was hij medewerker van ‘De Schouwburg’, ik denk de Hollandsche Schouwburg. Hij was werkzaam in de buitendienst. Hij kreeg daarvoor een Sperre, een uitzonderingspositie die ook voor zijn gezin zou gelden. Dat hij gevraagd was als behanger van verduisteringsgordijnen is niet zo verwonderlijk. Voor de oorlog was hij, alweer volgens zijn kaart van de Joodse Raad, werkzaam als ‘koopman huishoudelijke artikelen bij een fabrikant voor verduisteringsmateriaal. Op de achterkant van zijn kaart staan nog enige aantekeningen, helaas zijn die te onduidelijk. Zo meen ik te lezen over een ‘3e veteranenlijst certificaat Nr 214’. Ik heb geen idee waar dit over gaat, in ieder geval lijkt er niets mee gedaan te zijn. Diamantwerker is hij toch nog vrij lang geweest, dat blijkt onder andere uit de kaarten die ik bij het IISG kon traceren. Op 29 april 1917 gaat zijn leertijd in, twee jaar later op de 18e juli 1919 is hij klaar met zijn leertijd en op dezelfde dag, op 16 – jarige leeftijd, wordt hij lid van de ANDB. Zijn eerste werkgever is Isaac Asscher, hij werkte daar tussen juli 1919 en november 1923. Zijn leertijd was overigens ook in de fabriek van Asscher, adres Tolstraat 127.
Samuel trouwde op 23 november 1927 met Schoontje Walvisch (geboren op 12 april 1906). In een huwelijksaankondiging werd Schoontje Siene genoemd. In 1927 woonde het gezin van Mozes Sluijser nog in de Retiefstraat. Het woonadres van Samuel en Siene was Ben Viljoenstraat 6 twee hoog. Zij krijgen twee kinderen: Maurice, geboren op 22 juni 1932 en Rosette die wordt geboren op 6 april 1935. Daarbij moet nog wel vermeld worden dat Schoontje in september 1929 is bevallen van ‘een levenloos kindje’. Het kindje krijg geen naam.
Eind juni 1943 zit het gezin in Kamp Westerbork. Schoontje schrijft tegen die tijd een kaart aan vriendin die op de Tugelaweg woonde. Het is het laatste levensteken vanuit het kamp. De kaart is bewaard en staat op: Joodsmonument. Samuel en zijn gezin werden op 9 juli 1943 in Sobibor vermoord. Opvallend is het ontbreken van de Joodse Raadkaart van Schoontje Sluijser - Walvisch. NAAR: Spitskopstraat 8 huis – Het gezin van Mozes Sluijser (1)
OF NAAR: Spitskopstraat 8 huis – Het gezin van Mozes Sluijser (9)