Het derde kind van Mozes en Sara was Margaretha, zij wordt geboren op 11 december 1904. Margaretha trouwt met Mozes van Poorten (geboren op 26 mei 1899) op 12 februari 1930. Op de website van het Joodsmonument staat hun trouwfoto, wel in een heel kleine resolutie. Ook van Margaretha en haar dochter Ro is een foto bewaard gebleven (met daarbij een helaas onbekend jongetje).
Volgens de archiefkaarten werkte Margaretha als confectiewerkster en werkte Mozes als kleermaker. Mozes was al op jonge leeftijd werkzaam als kleermaker, dit blijkt uit het militieregister. Op 19 april 1918 wordt hij ongeschikt geacht voor de dienstplicht. Met zijn lengte van 1 meter en 530 mm was hij duidelijk te klein. Hij heeft altijd als kleermaker gewerkt en gezien het aantal advertenties redelijk succesvol. De advertenties verschijnen na 1937.
Op zijn kaart van de Joodse Raad wordt vermeld dat hij diploma’s had als dames- en als herencoupeur. In de bezettingstijd heeft hij een functie bij de Joodse Raad en wel als ‘Employé Algemene Dienst HAV’. Deze afkorting stond voor: ‘Hulp Aan Vertrekkenden’, m.i. een weinig benijdenswaardige functie. Triest is wel dat de achternaam van zijn vrouw wordt gespeld als Sluyter en niet als Sluijser. Ook op haar kaart is haar naam foutief gespeld.
Zij waren woonachtig op twee adressen. Het eerste adres was de Ruijschstraat 27 bovenhuis, daarna is men op 6 juni 1943 verhuisd naar de Tugelaweg, nummer 125 twee hoog. In de Ruijschstraat werd ook hun enige dochter geboren en wel op 10 september 1931. Haar naam was Ro. Op dit adres woonde ook de zuster van Mozes, Grietje. Net als haar broer en haar schoonzuster zat zij in de confectie, ze was kostuumnaaister. Later treedt Grietje in dienst van De Joodsche Invalide aan de Nieuwe Achtergracht, later op het Weesperplein. Zij werkte op de linnenkamer en later ook nog als kinderverzorgster (zie haar kaart van de Joodse Raad onderaan dit verhaal).
Mozes doet op 5 juli 1941 aangifte van de diefstal op het Politiebureau nr. 23 – Marnixstraat , van zijn fiets. Het gaat om een herenrijwiel van het merk Tournooi met een waarde van 65 gulden. De fiets was de dag ervoor, in de namiddag, gestolen voor het pand Keizersgracht 98. Het kan natuurlijk toeval zijn, maar op dit adres zat een Confectiefabriek “Modieux”.
Net als Samuel Sluijser en zijn gezin wordt ook dit gezin op 9 juli 1943 in Sobibor vermoord.
NAAR: Spitskopstraat 8 huis – Het gezin van Mozes Sluijser (1)