Een bijzondere familierelatie
De vrouw van Mozes Sluijser is Sara Verdooner, zij is een zuster van David Verdooner, geboren 1881. Hij was diamantwerker en ingeschreven bij de ANDB als Verdoner. Deze David is de vader van bakker Meijer Verdooner en de grootvader van onze David (Dave) Verdooner: zie Het Geheugen van Oost.
Om het ingewikkeld te maken, onze David is direct verwant aan de zoon van Mozes Sluijser en Sara Verdooner. Zijn vader ,bakker Meijer Verdooner, is de volle neef van Meijer Sluijser, de journalist en schrijver.
Inwonen
Vanaf 1899 woont Mozes enige tijd in bij het gezin van zijn oom Nathan Sluijzer. Het adres is Markenplein 7 (onderhuis). Dit blijkt uit de zogenaamde Overgenomen Delen, hij wordt daar ‘neef’ genoemd. Nathan was een broer van Samuel Mozes Sluijser. N.B.: de achternaam Sluijser wordt regelmatig ook geschreven als Sluijzer. Niet echt een verbetering zou je denken, want zijn ouders woonden toen nog op het Waterlooplein op nummer 80. Maar in 1899 was zijn tante al twee jaar weduwe. Haar Nathan, venter van beroep, was in februari 1897 overleden. Zij ging daarna uit venten met fruit, volgens de Overgenomen Delen was zij ‘handelaarster in fruit’. Ook hier dus een vrouw die na het overlijden van de man verder gaat als ventster. In dit geval weten we in ieder geval waarin zij handelde. Waarom gaat Mozes inwonen bij zijn tante, de weduwe Sluizer – Hoepelman? Woonde Mozes daar ter ondersteuning van zijn tante Rosa Sluijzer – Hoepelman? Een andere verklaring zou kunnen zijn dat de woning aan het Waterlooplein ook niet al te groot was. Mogelijk is er een heel andere en logischere verklaring, in 1899 trouwt hij met Sara Verdooner.
De Militie
In 1893 wordt Mozes gekeurd voor de militie en op 13 december van dat jaar goedgekeurd. Mozes was 1 meter en 620 mm groot. Verder werd hij gekenmerkt door een smaal aangezicht, een gewoon voorhoofd, grijze ogen, een gebogen neus, spitse kin, een gewone mond en zwart haar. Op het moment van keuring was hij sjouwerman. Hij wordt ingedeeld bij het 2e Regiment Vestingartillerie Amsterdam. Op 5 mei 1901 wordt hij gepasporteerd (= eervol ontslagen uit de dienst).
In het Vak, diamantwerker
Kort na 1893 – ‘94 gaat hij in de leer als diamantwerker, mogelijk al eerder. Probleem voor mij was dat zijn achternaam werd gespeld als Sluizer en aanvankelijk nogal wat problemen had om de juiste persoon te traceren. Een leerlingenkaart die zou kunnen ophelderen wanneer hij zijn leertraject is begonnen ontbreekt of is voor mij onvindbaar gebleken. Maar op 5 maart 1898 wordt hij ingeschreven als lid van de Diamantbewerkersbond ANDB. Als diamantbewerker heeft hij tot eind 1923 gewerkt. Maar dan wel met dien verstande dat hij het laatste jaar werkloos was! Volgens zijn lidmaatschapskaart werd Mozes op 18 oktober 1923 geschrapt als lid. Bij dit verhaal alleen de voorkant van de lidmaatschapskaart, bij het volgende (4e) verhaal ook de achterkant.
NAAR: Spitskopstraat 8 huis – Het gezin van Mozes Sluijser (1)
OF NAAR: Spitskopstraat 8 huis – Het gezin van Mozes Sluijser (4)