Tussen alle verzoeken om steun en de verzoeken om schoenen valt ook een volgend verzoek op. Een verzoek van Nathan om een tegemoetkoming te krijgen in kosten voor een gebit. Helaas voor Nathan wordt dit niet gehonoreerd.
Wisselende inkomsten = wisselend steunbedrag
Door de Het Bureau Maatschappelijke Steun wordt het steunbedrag (april 1933) gesteld op fl.8,75 per week. Dit bedrag wordt al naar gelang het inkomen van de dochters verlaagd of verhoogd. Vooral het inkomen van dochter Marie is een bepalende factor. Zij werkt bij “De Vries & Van Buuren”, begonnen als leerling zonder inkomsten krijgt zij aanvankelijk een vast loon. Marie gaat na verloop van tijd ‘zelfstandig’ werken, op stukloon voor De Vries & Van Buuren. Haar inkomen zou normaal zo rond de tien gulden moeten liggen, in de praktijk blijkt zij dit niet te halen. Haar fluctuerende loon is daarmee erg bepalend voor het steunbedrag van Nathan. Zo wordt er bijvoorbeeld in 1933 drie maal een gift van fl.4,50 uitgekeerd in verband met gederfde inkomsten.
De beide zoons gaan 1935 aan het werk. Emanuel gaat op zijn 17e aan het werk bij de firma H. Schultz in de Sint Anthoniesbreestraat 45 werken. Deze firma Schultz is niet traceerbaar, (foutieve spelling in het dossier!) op genoemd adres wel een J.J. Schots (bron: adresboeken). Deze Jacob Jan Schots was handelsreiziger in zuidvruchten en blijkbaar ook broodbakker. Dit laatste is zeker correct, in een politiebericht vond ik een verwijzing naar een brand in een bakkerij op dit adres met de naam van Schots.
Emanuel heeft een aanvangssalaris van fl.4,- per week. Zijn broer Jonas, hoewel pas 14, begint bij H. de Boer in de Vrolikstraat 143 om kort daarna aan de slag te gaan bij Vorst in de Swammerdamstraat 54³. Mogelijk gaat het om een zekere Nardus Vorst, werkzaam als koopman, die op dit adres woonde. Zijn eerste salaris is, waarschijnlijk vanwege zijn leeftijd, slechts fl.0,50 per week. Jonas wordt in juli 1936 ontslagen maar kan al heel snel aan de slag bij Meubelzaak Asscher op de Nieuwe Herengracht 93.
Nathan moet gedurende zijn langdurige periode van werkloosheid ook gaan stempelen. Uit het dossier blijkt dat hij op een gegeven moment een aantal stempels heeft gemist. Hij dreigt daardoor gekort te worden. Uit een schrijven van de Israëlitische Begrafenisvereeniging “Ohabé Zedaka Menachem Abelim” blijkt dat dit te maken heeft met de zogenaamde treurdagen. Zijn broer Hartog is op 26 juli 1936 overleden en hij, Nathan, is vanwege zijn geloof verplicht zich aan de treurdagen te houden. Hij hoeft daarom niet gekort te worden.
Er zijn verder geen mededelingen meer (in het dossier) die betrekking hebben op de periode na 1937! Via het maandblad (juni 1939) van de Handwerkers Vriendenkring, de Handwerksman vond ik nog een verwijzing. Zo wordt de hoofdbewoner van Spitskopstraat 4 huis lid. Helaas is de spelling van Nathan Neter verbasterd tot N. Weber, diens beroep van Zakkenstopper klopt dan weer wel.