Het toilet op de gang, een gat met daarop een plank, werd gedeeld met de andere halve woning. ‘Er was geen slot, dus het kwam voor dat bewoners elkaar daar onbedoeld tegenkwamen. Om dat te voorkomen, neuriede ik op het toilet en ook uit angst voor het donker.’
De dreiging van Duitse legertrucks die elk moment de straat kunnen inrijden heeft enorme impact op het dagelijks leven in Oost. ‘Tijdens een razzia speelden we op straat. We drukten ons tegen de muur en deden alsof wij er niet waren. Gelukkig hadden de Duitsers geen belangstelling voor twee kleine, bange jongetjes.’ Jaap heeft fantasieën die hij met een joods schoolvriendje deelt. ‘Loetje wilde graag geloven dat mijn vader werd opgeleid tot cowboy om de Duitsers te verdrijven en zijn vader te bevrijden.’
Razzia Jonas Daniel Meijerplein, eerste zittende man op foto is David, broer van Dora.
Oorlog
Moeder Dora verliest bijna haar hele familie. Haar ouders komen in 1942 om in Auschwitz. Pogingen familieleden te redden mislukken. Broer David, een slager die in de Blasiusstraat woonde, is een van de eerste joden die de nazi’s oppakken. Hij sterft op 26-jarige leeftijd in Mauthausen. Zijn vrouw en hun kinderen worden ook omgebracht. Alleen jongste dochter Martha overleeft de bezettingsjaren. Ze zat in Bergen-Belsen en Theresienstadt. Door haar huwelijk met de christelijke Joop blijft Dora als enige uit handen van de nazi’s. Op straat verbergt ze haar Jodenster onder haar jas. Joop wordt wel opgepakt en naar werkkamp Erica in Ommen gebracht.
In 1943 verhuist Jaap met zijn moeder naar de Perlakstraat in de Indische Buurt. Vader Joop keert terug. Jaap herkent de in zijn gedachten geïdealiseerde cowboy bijna niet. ‘Voor werkkamp Erica was hij een oersterke man. Nu was hij vermagerd. Zijn tanden waren met een schep uit zijn mond geslagen. Zeker 170 gevangenen zijn in dat kamp om het leven gekomen.’
Joop leert hem sigaretten rollen. Om de eindjes aan elkaar te knopen, worden van op straat uitgedrukte peuken nieuwe sigaretten gemaakt en verkocht. ‘Die waren vermengd met illegale tabak. Ik denk dat hij daar door zijn contacten bij het verzet aan kwam. De enige verkrijgbare tabak in de oorlog was het merk Consi, maar dat was zo smerig dat niemand die wilde.’
Soms geeft het verzet Joop gestencilde krantjes die Jaap verder verspreidt. De kans dat hij als zevenjarig jongetje wordt aangehouden is erg klein. ‘Die edities van De Waarheid stelden niet veel voor. Door gebrek aan inkt waren de a4tjes nauwelijks leesbaar, maar ze rondbrengen gaf mij het idee dat ik een held was die meedeed aan het verzet.’
Achteraf blijken dit Jaaps eerste stappen in de uitgeverswereld. Vijftien jaar lang is hij algemeen directeur bij Van Boekhoven Bosch, destijds drukker van tv-gidsen, tijdschriften en pockets. Bij zijn afscheid van het bedrijf in 1993 wordt hij geridderd in de Orde van Oranje Nassau. Daarna zit hij in veel raden van commissarissen en is hij adviseur.
lees verder: