In onze huizenrij woonden o.a. vanaf de hoek James Wattstraat tot Simon Stevinstraat de families Winterwerp, Veenhuizen, Van Daalen, Wirtz, Claus, Van den Brand, Huizinga, mw Kruimer, mw Niehaus en fam Huis in’t Veld. Tegenover ons woonden vanaf de hoek Simon Stevinstraat o.a. mw Van den Berg (met rood metalen schaaltje “water tegen hondjespis gooier” tegen haar hoekmuren), fam Meijer, Rintjema, Baaij, Veltman, Voortallen, en Verheyen in het hoekhuis Wakkerstraat. Op de tegenoverliggende hoek van de Wakkerstraat was de bakkerswinkel van W. Deudekom, met de bakkerij-uitgang aan de Wakkerstraatkant. Daar stond aan de stoeprand de enige auto uit de gehele buurt, een zwarte T-Ford. En houten bakkerskarren op de oprit. ’s Ochtends was daar veel activiteit: het beladen van de karren, alvorens deze de wijk in werden geduwd door de broodventer te voet erachter.
Ook andere leveranciers kwamen door de wijk, zoals groenteman Vogelvang met zijn gebruinde gezicht achter zijn reusachtige platte handkar met keurig ingedeelde vakken aardappels, groenten en fruit. En boordenman Nierkens op z’n fiets met grote rieten mand op het voorwiel. Maar wij gingen voor boodschappen zelf naar de winkels toe: brood bij Hofmann in het oudste stuk Wakkerstraat voorbij de Oude Kerk, groenten bij Busman in de Cornelis Drebbelstraat, snoep bij Mie'tje van Kooperen en zuivel bij Niessink in de Wakkerstraat tegenover Trifosa. Mevrouw Niessink stond achter de toonbank en had geen stem, maar kon alleen fluisteren.