Ik was 5 jaar toen we op Linnaeusparkweg 114 kwamen wonen, een heerlijk benedenhuis met tuin, waarachter een stinkend slootje liep, grenzend aan het hof. Al snel kwam er een moderne riolering en kregen de tuinen een nieuwe schutting. We klommen er gemakkelijk overheen en hadden dan een groot speelveld voor ons. Links lag het net afgebouwde klooster, achter het blok katholieke scholen. Er liep een klinkerpaadje van het klooster over het zanderige terrein naar de achterkant van de R.K. Hulpkerk aan de Linnaeusparkweg. Door een smalle doorgang tussen de rij huizen en de kerk kon men van het Linnaeushof op de Linnaeusparkweg komen.
We zagen elke morgen een lange rij nonnen, gehuld in zwart habijt, als een stel pinguïns achter elkaar lopend, vanuit het klooster over het smalle pad naar het kerkje gaan. Na de mis kwam de groep weer langs, nu in omgekeerde richting. We hebben de bouw van de katholieke kerk de Martelaren van Gorcum (geopend in 1934) goed kunnen volgen. We speelden verstoppertje tussen de hoog opgestapelde materialen rond de bouwplaats. Om diefstal en vernieling tegen te gaan, liep er elke avond een wacht rond. Wat hebben we die man gepest. Hij was niet gesteld op opgeschoten jongens en erg lastig. Vele malen moesten we hollend wegvluchten als hij ons betrapte op het beklimmen van stapels hout. Hij balde zijn vuisten als de boze koster uit de boekjes van W.G. van der Hulst, de grote kinderboekenschrijver uit die dagen.
De jongens van de St. Lidwinaschool dwongen ontzag af door eens op het dak van hun school te klimmen! Onze buurjongens Elzas, net zo oud als wij, waren onuitputtelijk in het bedenken van nieuwe activiteiten: forten van zand graven, fikkie stoken! Helaas voor de kinderen van nu is het Linnaeushof nu een keurige woonbuurt met op ons toenmalige speelterrein een tennisbaan!