.
Westerdijk was een groot plantenziektekundige, die een rol speelde bij de ontdekking van de penicilline. Haar schimmelcollectie, dat ze met diens bureau van Ritzema Bos had overgenomen, werd dankzij haar tomeloze inzet wereldberoemd. 30 jaar was ze hoogleraar, ze had tientallen leerlingen, waaronder opvallend – zeker voor die tijd - veel vrouwen, van wie velen promoveerden, sommigen zelf hoogleraar werden. Ze leefde van jongs af aan voor haar wetenschap, hoewel (?) ze een jonge aantrekkelijke vrouw was.
Het wezen van de iepenziekte is door haar en haar vrouwelijke medewerkers ontdekt. Tijdens mijn deelraadperiode kwam die ziekte vaak aan de orde, nu misschien ook wel (al hoor je tegenwoordig meer over de essentak sterfte).
Ze liet zich graag Hans noemen, of het die betekenis had voor haar die zoiets tegenwoordig zou hebben blijft onduidelijk. Ze had geen tijd voor die dingen.
In de oorlog wist ze haar enorme collectie behendig uit Duitse handen te houden, al moest ze daarbij soms schipperen. Haar naaste collega was een notoire fascist, die ze niet kon lozen. Anders had het einde van de oorlog er misschien iets anders uitgezien. Penicilline! Als bijna enige bleef ze in de oorlog over om de schimmelcultures eigenhandig in leven te houden en te redden voor de toekomst.
Veel grote straten en veel pleinen zijn naar haar vernoemd.
Maar dan moet een van de straten in Tuindorp Frankendael dus een andere naam krijgen. Die Ritzema Bos had van het bureau een puinhoop gemaakt, hij was een slecht docent en buitengewoon vrouwonvriendelijk. Over de iepenziekte kraamde hij niets dan onzin uit. Hij is vertrokken naar Wageningen waar hij het wellicht wat beter gedaan heeft. De Ritzema Bosstraat, een iets grotere straat, zou je dus Westerdijkstraat, of Hans Westerdijkstraat, of Professor Westerdijkstraat kunnen gaan noemen. De familie Ritzema Bos zal dat niet erg leuk vinden. Maar er komt nu ook het Ritzema Boshuis. Allebei is echt te veel eer voor hem, in vergelijking tot die andere geleerden in de wijk. In die biografie komt hij er slecht van af.
Nog op te merken valt dat, op het moment dat de namen aan die straten werden gegeven, Johanna Westerdijk nog in leven en actief was, een strenge professor. En Amsterdam vernoemt, afgezien van leden van het Koninklijk Huis, straten nooit naar levende personen, behalve als je de 100 gepasseerd bent. Ze overleed in 1961, de straten in Jeruzalem waren allemaal aangelegd. Maar gedurende het gehele interbellum stond ze met diverse geleerden van die straten in nauw contact. Daarom hoort haar naam in deze buurt, dan maar achteraf.
lees ook Werken en feesten vormt schoone geesten