We keerden terug om die andere bocht te nemen, langs het eind van de Vrolikstraat, naar rechts. De Vrolikstraatbocht. Het spoor boog hier af naar het Weesperpoortstation. Die twee bochten waaierden uit over een stationsemplacement heen. Genoemd emplacement versmalde aanzienlijk bij de spoorovergang van de Eerste Oosterparkweg en verbreedde zich weer naar het vlakbij gelegen Rhijnspoorstation of Weesperpoortstation (WP).
Een kopstation. Het eerste was in 1843 gebouwd voor het gloednieuwe spoor naar Utrecht. Toen was de Weesperpoort er zelf ook nog; die moest je door naar het stationnetje om met de trein te kunnen. Bij de start twee treinen per dag.
In 1863 kwam er een brede stationsoverkapping, de eerste in Nederland. Aan de ene kant was een vrij groot vertrekgebouw en aan de andere een kleiner aankomstgebouw. De laatste verbouwing was van 1908 en leidde tot één Hoofdgebouw. Nu ligt op de plek van het station het Rhijnspoorplein.
Dat emplacement, nog niet afgebroken, had in de hongerwinter de functie van kolenmijn. Kinderen, jonge vrouwen en oude mannen zochten in de bittere kou naar van de stoomtreinen afgevallen cokes en steenkool dat thuis voor verwarming kon dienen. Qua gevoelstemperatuur was het de koudste en de langste winter ooit. ’s Nachts was het pikkedonker.
De Rhijnspoormaatschappij exploiteerde een aantal spoorlijnen in het midden van het land, waaronder WP-Utrecht. Zij ging in 1890 op in de Staatsspoorwegen, ongeacht de naam een particuliere maatschappij (van Den Haag HS). Het Staatsspoor zorgde voor een groot aantal verbeteringen, ik las over verwaarlozing door Rhijnspoor. Tot 1938 was het zo, dat Staatsspoor o.a. de lijn van WP via Utrecht naar Arnhem exploiteerde, en HIJSM (Holl. IJz. Spoorw. Maatsch., later HSM) de lijn Amsterdam CS- Amersfoort. Met HIJSM kon je wel via Hilversum naar Utrecht – Maliebaan (waar nu het spoorwegmuseum in zit). Een locomotief, al of niet met treinwagon, kon soms (via de Vrolikstraatbocht) van het ene naar het andere station rijden. Maar vanaf 1917 kon men meer en meer vrijelijk van elkaars lijnen gebruik maken, er reden treinen van Amsterdam CS via kopstation WP naar Utrecht en verder. Omslachtig inderdaad. WP zelf had er een groot verzorgingsgebied erbij gekregen: stadsuitbreiding. Dus passagiers genoeg. De treinen reden door landelijk gebied dat steeds verder verstedelijkte.
Er waren in totaal vijf spoorwegmaatschappijen. In 1938 fuseerde alles tot één maatschappij: NS. Daarna zijn spoor en station nog geëlektrificeerd, al was WP al ten dode opgeschreven.
Bij de Eerste Oosterparkstraat was een eenvoudige, smalle bewaakte overgang over een klein aantal sporen. Dat moet op den duur toch wel ondoenlijk geweest zijn. Even verderop reed je het station binnen. Er zijn talloze foto’s van stomende stoomlocs op die plek.
Wanneer je het station per trein binnenreed zag je rechts van het station het stationnetje van de Gooische Stoomtram. De remise van die tram was in de Watergraafsmeer.
Even een intermezzootje. In de prachtige korte roman Wampie van A. den Doolaard uit 1938 (hij had al beroemde romans geschreven), is de hoofdpersoon een spontane vrouw, ook wel grappig. Den Doolaard was smoorverliefd op haar. Hij huwde haar. In een passage moet ze haar broekzakken leeghalen. Dan valt er een treinkaartje uit: Utrecht-Amsterdam WP.
Het boekje had gisteren geschreven kunnen zijn, behalve dat WP.
lees verder:MUIDERPOORT-, WEESPERPOORT- EN AMSTELSTATION, EN VEEL KUNST, deel 5