Huisje zoeken

Benedenhuizen waren schaars

Verteller: Theo Verkaik
Auteur: Theo Verkaik

Theo Verkaik, die nu in Diemen woont, heeft een familiegeschiedenis die zich voor een groot deel in Amsterdam Oost afspeelt.

Fahrenheitstraat - 1950

Fahrenheitstraat - 1950

Alle rechten voorbehouden
Eind jaren 30  - vertelden m'n ouders- gingen ze na een verkeringstijd van 8 jaar trouwen.
Een huis zoeken was toen van een ander kaliber als nu, te kust en te keur kon je terecht en de keus werd bepaald door wat de huiseigenaren extra aanboden als je met hen in zee ging. De huren waren laag door grote leegstand, het aanbod groot, dus het extra gaf de doorslag.
Dat bestond uit: als U de woning aanvaardt wordt ie natuurlijk in Uw smaak geheel geschilderd . Anderen boden nieuw behang naar keuze. Een ander bood aan om de verhuizing naar zijn huis voor z'n rekening de doen en weer een ander verzekerde je dat de huur betaling pas na twee maanden in zou gaan. Ja Ja dat waren nog eens tijden.
Alleen benedenhuizen waren schaars, dus in de Wet buurt blijven was lastig. M'n vader was geboren in de Fahrenheitstraat, maar ging naar een woning in  de Makassarstraat Nr 17. Daar werd m'n zus geboren, maar toen er in de Wet buurt in de Celsiusstraat 27 een huisvrij kwam gingen ze slippend terug naar zijn oude buurtje waar ie geboren en getogen was als een van de 16.
Vlak voor de oorlog -  begin februari 1940 -  kwam ik er bij gevolgd door nog een zus in de oorlog en 2 broertjes erna. Met z'n zevenen in een woninkje van amper 40 vierkante meter, maar een huis verder hadden ze nog 2 kinderen meer, we vonden het heel normaal.
Als extra kwam mijn Opa bij ons inwonen in 1943. Boze tongen beweerden dat hij door de jongste broer van m'n Vader de deur uit gegooid was na een stevige ruzie en zo kwam ie bij ons dus.
Hij sliep in een bedstee onder de trap, wat ik als klein aapje van drie heel spannend vond. Vooral het s' avonds in en s' ochtends er uit klimmen was in mijn ogen een spannend tafereel want Opa was slecht ter been met -  hoorde ik - " open benen". Dat werd behandeld met  "teerzalf" [als ik er aan denk ruik ik het nog].
Maar het was een noodmaatregel, niemand wou Opa hebben en bij ons was het te vol. Alhoewel ik Opa er wel bij wilde houden,want op z'n knie zittend zong ie liedjes voor me over grote klokken die hard tikten en kleine klokjes die zachtjes tikken en als bewijs hielt ie z'n horloge dat aan een ketting zat aan m'n oor! Dat horloge heb ik nog.
Opa ging naar een "Rust huis" - heette dat- vaak particulieren die ruimte over en geld te kort hadden en dan tegen betaling ouwe en
overbodige mensen in huis namen. Dat rusthuis was op de hoek van de Oosterparkstraat en de Kastanjestraat, daar zat Opa in het souterrain met nog 5 ouwe mannetjes. Als we vanaf  ons huis via de Transvaal buurt e.d.van uit de Kastanjestraat aan kwamen lopen zat  Opa met zijn neus ter hoogte van de vensterbank voor het raam.
Om de hoek in de Oosterparkstraat  moest je in het portiek een trap op, via een deur naar binnen en daar weer in de gang een trap af naar Opa. Wat een omslachtig gedoe vond ik,waarom geen deur op de plek van het raam waar Opa zat te gluren opperde ik .Toen had ik al oog voor dingen die beter konden,heb ik later in de bouw nog gemak van gehad. M'n Vader en Opa konden geen goeie argumenten er tegenin brengen vond ik.
Ook eens bij Opa op bezoek werd tussen de tramrails de geteerde houten blokjes met stootijzers en scheppen los gebeukt en in teilen
en zakken afgevoerd :voor de kachel hoorde ik. Als een groep spreeuwen waar een schot valt vloog iedereen alle kanten op toen iemand riep dat er Politie aan kwam. Mijn Vader nam een run de Kastanjestraat in en ik hing als een vlaggetje aan z'n hand er achter aan.
Alle rechten voorbehouden

385 keer bekeken

Bekijk meer afbeeldingen

Makassarstraat .<br />Foto: Beeldbank Amsterdam

Makassarstraat .
Foto: Beeldbank Amsterdam

Alle rechten voorbehouden

Geen reacties

Voeg je reactie toe