Ook in de Wetbuurt werd alles wat branden kon naar huis gesleept en opgestookt. ( tijdens de oorlogsjaren)
Van uit de Celsiusstraat stonden 2 hoge houten hekken met een sloot er achter, als je er over klom kwam je over de sloot in een weiland dat van Boer Verrijn was, die een boerderij had aan de overkant van de Keulse vaart.
Een hek stond in het midden en het andere in het verlengde van de Von Guericke straat. In één nacht waren ze weg en kon je via dat slootje, waar we een dam in maakten, zomaar het weiland door lopen naar een vijver bij de Kruislaan .
Een vijver waar volgens kenners grote vissen inzaten, iedereen die daar in geloofde deed verwoede pogingen met allerlei vistuig om die kanjers te vangen,maarde vis die er zat had connecties met Loch Ness en liet zich niet zien!
Soms gingen we met Pa en Ma wandelen door de Kruislaan waar tot onze verrassing van de een op andere week alle bomen waren verdwenen.Ook het houten politiebureau dat naast de schuilkelder tegen het talud van de Weesperzijde was gebouwd werd in 2 dagen af-
gebroken en in de noodkacheltjes opgestookt.
Tussen onze buurt en de Kruislaan was halverwege een loods met een schuur er op waar " Janus de bieten koning" rode bieten kookte die dan als de voorloper van de latere panklare groenten door groenteboeren verkocht werden. Janus had met sintels van de Zuider gasfabriek het gat tussen de Weesperzijde en zijn loods aangevuld zodat ie met z'n paard en kar zonder helling in de schuur kon komen.
Opeens ging het gerucht door de buurt dat die klucht barstte van de cokes. Dus trok men in grote getale met scheppen, houwelen en zeven er heen om de klucht te slopen terwijl Janus dreigend met hel en verdoemenis z'n niet geringe kennis van scheldwoorden ventileerde.Maar niemand trok zich daar iets van aan,want de van oorsprong nogal norse bietenkoker had niemands sympathie. Alleen in mijn ogen kon ie geen kwaad doen omdat ie mij gered had toen ik met mijn door mijn Vader getimmerd sleetje, al rennend er achter om als je goed gang had je met je buik je er op liet vallen om dan uit te vieren, zo bijdehand was om de sloot langs de schuur van Janus even te doen en te laat zag dat het ijs daar vervangen was door warm rood gekleurd water
Janus redde mij maar weigerde om m'n sleetje te bergen. Die is later door mijn Vader geborgen!