Olga Bock - geboren in Wenen op 19-11-1907 - woonde in de Vrolikstraat 285 huis tijdens de 2e Wereldoorlog. Zij was in 1933 getrouwd met de niet Joodse Nederlander Jaap van Beek en in 1935 hadden ze een dochter gekregen: Erica. Tijdens een bezoek dat Olga met haar kleine kindje in 1937/1938 bracht aan haar moeder en zuster Hilda in Wenen, was Olga zeer verontrust over de benarde toestand waarin haar familie moest overleven. In Oostenrijk waren toen al verregaande anti-Joodse maatregelen van kracht en het was duidelijk dat Joden groot gevaar liepen. Olga's zus had zelfs al haar 2 kinderen uit een ontbonden relatie met de zogeheten Kindertransporten naar Engeland laten vluchten. Volgens de familieoverlevering besloot Olga toen om haar huwelijk - dat haar een Nederlands paspoort had bezorgd en een kind met de Nederlandse nationaliteit – te laten ontbinden , temeer omdat er problemen waren. Zij zorgde ervoor dat haar ex-man een nieuw huwelijk sloot met Hilda, waardoor Hilda in 1939 naar Nederland kon komen. Het idee was dat Nederland veilig was en net als tijdens de 1e Wereldoorlog neutraal zou blijven. Het huwelijk van Jaap en Hilda was een schijnhuwelijk, Hilda kreeg kinderen van een andere man en Jaap kwam nog heel veel bij Olga en zijn dochtertje. Zelf was hij ingetrokken bij zijn vader.
Op 3 augustus 1942 kwam Hilda op bezoek bij Olga met haar kleine baby. De baby werd in de loop van de middag hongerig en huilerig, Olga besloot snel melk te kopen in een naburige winkel en schoot de eerste de beste jas aan die op de kapstok hing, de jas van Hilda. Op straat werd ze staande gehouden door een politieagent; de ster op haar jas was niet vastgenaaid, maar met een veiligheidsspeld vastgezet, geheel tegen de voorschriften. Olga werd gearresteerd en op 8 augustus naar Westerbork gestuurd. Vandaar uit heeft Olga nog een brief geschreven waarin ze de reden van haar arrestatie meldde. In september stuurde ze een noodtelegram naar Hilda waarin ze smeekte om alle gegevens over haar huwelijk met Jaap en haar Nederlanderschap op te sturen zodat ze een 'sperre' kon krijgen.https://www.encyclo.nl/begrip/Sperre Hilda heeft dit niet gedaan, het zou waarschijnlijk ook niet meer geholpen helpen want een dag later werd Olga op de trein naar Auschwitz gezet, waar ze op 14 september is vermoord.
Hilda heeft, nadat ze merkte dat Olga niet meer terugkwam, enige dagen voor Erica gezorgd. Vervolgens is Erica van adres tot adres gegaan, gedeeltelijk bij familie vaderszijde, gedeeltelijk bij kostgezinnen totdat ze terecht kwam bij een broer en schoonzus van vader. Haar vader was door de Arbeitseinzats gedwongen te werk gesteld, maar kon ontsnappen. Toen hij onverwacht bij zijn schoonzus op bezoek kwam en zag dat Erica hevig werd geslagen, nam hij haar meteen mee en bracht haar bij zijn vader onder. Daar is Erica ongeveer een half jaar gebleven totdat de kinderbescherming een kijkje kwam nemen, nadat dezelfde schoonzus bij die instantie had geklaagd dat het geen pas gaf dat een jong kind bij 2 mannen alleen werd opgevoed. De kinderbescherming greep inderdaad in en plaatste Erica in een van de kindertehuizen van de Martha Stichting. Hoewel haar verblijf als joods kind in een Christelijke inrichting haar tijdens de oorlogsjaren waarschijnlijk beschermd heeft waren het ellendige jaren. Die jaren waren na de oorlog niet voorbij, tot haar 19e jaar moest Erica daar blijven wonen.
Erica heeft door haar traumatische ervaringen een moeilijk leven geleid (http://joodsamsterdam.nl/erica-van-beek-over-leven/) en is altijd op zoek geweest naar haar bestaansrecht en naar familie. Pas in 1992 - Hilda was toen al overleden - heeft ze het verhaal van de jas gehoord via Olly Weiss, een oude vriendin van zowel Olga als Hilda. Deze vrouw had de twee oudste kinderen van Hilda begeleid toen ze met het kindertransport naar Engeland kwamen en is in Engeland bij ze gebleven.
De oudste dochter van Hilda is later met een Engelsman getrouwd en de dochter uit dit huwelijk heeft contact gezocht en uiteindelijk Erica nog ontmoet, iets wat Erica erg heeft gewaardeerd.
Als op 4 mei 2020 Namen en Nummers ( 2768 - Namen en Nummers) weer neerstrijkt op het Kastanjeplein, zal Yessica de naam van haar grootmoeder 'thuisbrengen' in de Vrolikstraat, en ook die van haar moeder Erica. Erica is niet lijfelijk door de Duitsers weggevoerd uit de Vrolikstraat, maar is daar wel afgescheurd van de wortels van haar bestaan.