Van al de vertoonde films (onder de directie van Aron Swaap) zijn hier en daar korte artikeltjes terug te vinden in de verschillende kranten. Afbeeldingen van filmposters of artiesten zijn er niet. Ook het adverteren voor een nieuwe film gebeurde niet. De enige films die per advertentie worden aangekondigd zijn twee films die worden vertoond voor de leden van het Instituut voor Arbeiders Ontwikkeling (I.v.A.O.) en de Sociaal Democratische Arbeiders Partij (S.D.A.P.) in het Swinden Theater (januari en maart 1940).
Nog een jaar na de laatste vertoning raken Aron en zijn vader hun vergunning kwijt. Vader David is al op leeftijd, maar Aron is dan net 46 jaar oud. Het volgende dat van hem bekend is, is dat hij in 1942 een ‘Buitenlandsch paspoort’ heeft aangevraagd. Als beroep geeft hij aan kantoorbediende te zijn. Op het paspoort staat aangegeven dat er sprake was van een eerder paspoort. Wat hij wilde met het paspoort is niet bekend, vrij reizen binnen Nederland was al beperkt, laat staan reizen naar het buitenland. Heeft het misschien te maken met het aanstaande huwelijk? Want op 29 juli 1942 trouwt Aron met de 31-jarige verpleegster Cato Harz. Elf maanden later wordt hun dochtertje Elisabeth Vrouwtje geboren. Lang heeft het gezin niet van hun huwelijk en hun dochtertje mogen genieten. Op 24 september 1943 worden allen vermoord in Auschwitz.
Kort voor het huwelijk van Aron met Cato overlijdt op 28 mei 1942 initiatiefnemer en oprichter David Swaap. In een klein familiebericht wordt het overlijden ‘plotseling’ genoemd. David was 82 jaar oud. Met zijn overlijden is hem de tocht naar Westerbork en verder bespaard gebleven. Ook de deportatie van zijn twee zoons, Aron Isaac en Wolf, hun vrouwen en kleinkind blijven hem bespaard.
Samuel (Sam) Swaap
Van het gezin David Swaap overleeft alleen Samuel Swaap. Voor de oorlog was hij al een bijzonder graag geziene (gehoorde?) violist. Tijdens de eerste periode van de bezetting verliest hij zijn functie van concertmeester bij het Residentie Orkest. Hij blijft natuurlijk wel actie, maar dan als solist (viool) bij o.a. Het Joodsch Symphonie-Orkest (JSO). Op donderdag 29 juli 1942, het 25ste concert van het JSO, is zijn laatste openbare optreden (in de Joodsche Schouwburg aan de Plantage Middenlaan). Het is ook het laatste concert van het JSO! In december 1942 wordt hij voor zes maanden geïnterneerd in Barneveld. Daarna gaat hij via Kamp Westerbork in september 1944 naar Theresiënstadt. In februari 1942 wordt hij ‘overgebracht’ naar Zwitserland. Na de oorlog keert hij terug naar Nederland, hij krijgt zijn oude functie bij het Residentieorkest aangeboden. Op 20 november 1945 geeft hij zijn eerste concert in Diligentia, Den Haag.