Met een verbouwing hoopt Jesaia Waterman alsnog cabaret te kunnen brengen.

Verteller: Frits Slicht Frits Slicht
Auteur: Frits Slicht Frits Slicht
Eerste van Swindenstraat
Tekening met daarop aangegeven de mogelijke verbouwingen in het Van Swinden Theater (6 dec.1923). Bron: SAA politiearchief 5225 – 4905.

Tekening met daarop aangegeven de mogelijke verbouwingen in het Van Swinden Theater (6 dec.1923). Bron: SAA politiearchief 5225 – 4905.

De afwijzing, geen cabaretnummers, zal hem zijn tegen gevallen. Maar Jesaia Waterman gaat niet bij de pakken neerzitten. Hij komt met een nieuw verzoek en dit is dan de toelichting:

“Tot dit doel wil adressant met goedkeuring van de afdeeling Bouw- en Woningtoezicht aan het balcon in de zaal een uitbouw aanbrengen, pl.m. 2.38 lang en 1,25 meter breed. De muziek, zang en voordracht zullen dan 8 meter van den openbaren weg, de 1e van Swindenstraat verwijderd zijn. Echter gaf adressant te kennen, dat hij bij voorkeur het maken van muziek enz. in de benedenzaal wil doen plaatsvinden, en wel op een afstand van 3,15 meter van den openbaren weg. Om daartoe voldoende ruimte te krijgen, wil hij de stoelen in de zaal dichter bij elkaar plaatsen en 3 rijen stoelen laten vervallen. Volgens adressant staan de stoelen ver genoeg van elkander en kunnen zij, dichter bij elkaar geplaatst worden.”

Jesaia krijgt toestemming, als proef, tot het maken muziek, maar dan wel bij de genoemde afstand van 8 meter. De afstand van 3.15 meter van de openbare weg blijft ‘onwenselijk’. Deze brief is gedateerd op 20 december 1923 en ondertekend namens de Hoofdcommissaris van Politie. Bron: politiearchief SAA 5225-4905, nr. 74-76

In het politiearchief is een tekening of situatieschets toegevoegd, mogelijk gemaakt door Jesaia zelf en gedateerd op 6 december 1923. In de tekening worden de geplande verbouwingen aangegeven (zie afbeelding). Een en ander wordt nog eens officieel bevestigd in een brief van 20 maart 1924, ondertekend namens de Burgemeester van Amsterdam, Willem de Vlugt.

Waterman krijgt toestemming onder voorbehoud (20 mrt. 1924). Bron: SAA politiearchief 5225 – 4905.

Waterman krijgt toestemming onder voorbehoud (20 mrt. 1924). Bron: SAA politiearchief 5225 – 4905.

Op 15 maart was al een handgeschreven ‘apostille van het Hoofdbureau’ opgemaakt waarin de regels worden opgenomen. Deze apostille ligt aan de basis van de latere officiële uitspraak van 20 maart 1924. Het begrip apostille in dit geval staat voor ‘verklarende aantekening’.

Hoewel er via het politiearchief wel de nodige correspondentie is terug te vinden blijft het jammer dat er zo weinig bekend is over wat er werd vertoond in de Van Swinden-Bioscoop. Als dan ook nog blijkt dat dit deel van de 1e Van Swindenstraat ‘op de schop gaat’, is er duidelijk geen toekomst meer voor Jesaia Waterman als exploitant van een bioscoop. In januari 1925 trekt hij zijn conclusie en verzoekt tot intrekking van zijn vergunning. Hij wenst niet langer gebruik te maken van deze vergunning. Op 6 februari 1925 wordt het definitief, de beschikking tot de verlening voor de vertoning van bioscoopfilms etc. wordt ingetrokken. Mogelijk, maar zeker is het niet, heeft de intrekking ook te maken met het feit dat ‘de gemelde percelen zullen worden verbouwd tot winkelhuizen.

Terug naar de inhoudsopgave 

 

Alle rechten voorbehouden

73 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe