De nieuwe vergunninghouder wordt Jesaia Waterman. Geboren op 9 december 1878 begint hij zijn werkzame leven als kruideniersbediende. Hij geeft dit beroep op als hij wordt gekeurd voor de militie. Ook van hem zijn enige lichaamskenmerken bekend. Zo is hij 1 meter 60 met een ovaal aangezicht, een smal voorhoofd, blond haar en bruine ogen met een grote neus en mond. Net als de eerder genoemde Davis Swaap heeft hij niet nader omschreven lichaamsgebreken. Van hem wordt echter wel vermeld dat hij wordt vrijgesteld vanwege deze gebreken. Volgens zijn gezinskaart zou hij werkzaam zijn geweest als ‘korist’ (= zanger in een koor). Op het joodsmonument wordt hij ‘operetteartiest’ genoemd’. Als zijn dochter Anna in 1919 trouwt geeft hij als beroep: operazanger.
Jesaia woonde op meerdere adressen, maar ten tijde van zijn rol in het Van Swinden Theater woonde hij in de Vrolikstraat op nummer 72² (volgens het politiearchief). Op zijn gezinskaart staat overigens 71¹. Nadien verhuist het gezin nog binnen de Vrolikstraat, naar de Blasiusstraat, de Hofmeyrstraat, de Keizersgracht (inwonend na het overlijden van zijn vrouw) om tenslotte weer terug te keren naar de Hofmeyrstraat.
Jesaia Waterman is twee keer getrouwd. Zijn eerste huwelijk was met Marianna Degen (huwelijksdatum onbekend, maar het zou zo maar kunnen dat zij in Londen zijn getrouwd, bron: gezinskaart SAA). Hun drie kinderen: Anna, Clara en Samson zijn in Londen geboren. Na de geboorte van Samson in 1903 keren zij een jaar later terug uit Engeland.
Volgens de website www.geni.com zou Marianna ook bekend staan onder de naam ‘Jane Degin’. Het zou kunnen dat het om een artiestennaam gaat, maar ik heb geen enkele verwijzing gevonden die dit zou kunnen ondersteunen. Na het overlijden van Marianna op 7 maart 1939, woont Jesaia korte tijd in bij Rosalie Schäfer (pensionhoudster / kamerverhuurster) op de Keizersgracht 760 huis. Maar op 27 december 1939 hertrouwt hij met Grietje Gosselaar (weduwe van David Kurk). Zij gaan wonen op nummer 35² van de Hofmeyrstraat.
Maar dat is allemaal na zijn korte carrière als directeur van Het Van Swinden Theater. Jesaia begint overigens voortvarend. Hij wil naast de bioscoopvoorstellingen ook cabaretnummers brengen ter afwisseling van de film, eventueel ook zangnummers door 1 of 2 personen. Daarvoor was ook dan wel een verbouwing nodig. Die verbouwing wordt gemeld bij de gemeente en de plannen worden ook opgenomen in het politiearchief.
Tegen de afwisseling met cabaretnummers bestaat echter bezwaar (brief van 27 juni 1923), “daar de zang niet anders dan op 3 meter afstand van den openbaren weg kan plaats vinden en bovendien zich de buurt niet leent”.