Jacques Salomon was onze buurman en huisbaas in de Amsterdamse Watergraafsmeer. Meneer en mevrouw Salomon, een joods echtpaar zonder kinderen, waren in onze ogen beschaafd en deftig. Zij woonden op de beide benedenverdiepingen van hun pand in de Zacharias Jansestraat 56. Het gezin Van Rossum met toen nog vijf thuiswonende tieners huurde daar vanaf 1967 de twee bovenverdiepingen. Anno 2019 brengen deze twee verdiepingen gemakkelijk een miljoen euro of meer op. In die tijd was het een betaalbare huurwoning voor ons grote gezin waarin mijn vader - die typograaf was bij de Stadsdrukkerij - de alleenverdiener was. Vermoedelijk heeft bij de toewijzing van deze woning zijn ambtenarenstatus wel meegeholpen. Er woonden om ons heen vooral ambtenaren en leraren.
Meneer Salomon was voormalig eigenaar van de biljartfabriek Wilhelmina. Toen wij de woning betrokken was hij al enige jaren gepensioneerd nadat hij zijn bedrijf had verkocht aan de biljarter Cees van Oosterhout. Rond 1970 verhuisde het echtpaar Salomon naar een serviceflat in Leidschendam. Salomon gaf mijn vader toen de mogelijkheid om het gehele huis te kopen voor zegge en schrijve 60.000 gulden. “Had ie dat maar gedaan” zeiden wij als toekomende erfgenamen nog wel eens teleurgesteld tegen elkaar. Het was in die tijd voor hem echter godsonmogelijk om zo’n bedrag bij elkaar te krijgen. Salomon heeft wel zijn biljart aan mijn vader overgedaan en door medewerkers van de Wilhelminafabriek naar de bovenverdieping laten brengen. Onze huiskamer was net niet groot genoeg voor dit cafébiljart. Aan de kant van de schoorsteenmantel was er te weinig ruimte om met een normale keu te kunnen stoten. Daar werd dan een kleinere keu voor gebruikt. “Gebruik jij maar je korte keu!” was het wat dubbelzinnige advies dat je tijdens het biljarten af en toe te horen kreeg.
Even een sprong voorwaarts. In 1992 na het overlijden van mijn vader is dat biljart teruggekocht door de Wilhelminafabriek voor 500 gulden. Toen waren ook de vrijkomende bovenverdiepingen weer te koop en wel voor 350.000 gulden. Dat was binnen de tweede generatie Van Rossum als starters op de woningmarkt wel op te brengen, maar teruggaan naar je ouderlijk huis is niet wat je noemt een frisse start.
De Van Bleiswijkstraat 54 in Enkhuizen
Alles wat ik uit eigen ervaring over onze buren Salomon weet heb ik hier boven beschreven. Wij hadden geen idee hoe ze de oorlog waren doorgekomen. Zij woonden al voor de oorlog in datzelfde huis in de Zacharias Jansestraat. Daar hadden ze, dachten wij, ook de gehele oorlog doorgebracht. Dat kan haast niet waar zijn en dat is ook niet waar.
Het relaas van hun onderduik is opgetekend door Rita Zwaan, dochter in het gezin waar het echtpaar Salomon van september 1943 tot mei 1945 was ondergedoken. Timmerfabriek Jacob Zwaan uit Enkhuizen deed het onderhoud voor het pand in de Zacharias Jansestraat. De verstandhouding tussen de heer Salomon en de aannemer Zwaan was bijzonder goed. Dat blijkt ook wel uit de belofte van Gerrit Zwaan om de Salomons een onderduikadres in eigen huis te bieden als de nood aan de man zou komen. Zover komt het in 1943. Jacques Salomon was ondergedoken en werkzaam in het Wilhelmina Gasthuis. Mevrouw Salomon (Gretha Salomon-Brandon) werd bij een razzia in september 1943 opgepakt en voor deportatie overgebracht naar het rangeerterrein De Rietlanden bij Amsterdam CS. Over haar miraculeuze ontsnapping schrijft Rita Zwaan het volgende:
“(…) Het is een enorme drukte van allerlei functionarissen en spoorwegpersoneel. Een van de omstanders, een NS-man, ziet er volgens Gretha betrouwbaar uit. Zij verbergt haar ster en vraagt hem brutaalweg naar de uitgang omdat zij iets vergeten is. Hij zegt dat de dienstdeur niet op slot is, zij vervolgens de gang uit moet lopen en de rechterdeur moet nemen. Gretha doet wat hij zegt en staat buiten … “
Er is een code afgesproken om Gerrit Zwaan te laten weten wanneer het echtpaar in Enkhuizen per trein aankomt. Het “pakketje” komt eraan, luidt de versluierde boodschap. In Enkhuizen aangekomen lopen de Salomons heimelijk naar hun onderduikplek in de Van Bleiswijkstraat. Een bijzonder detail is dat de onderduikgelegenheid in het voorjaar van ‘43 gelijk met de kraamkamer in orde is gemaakt. Het is een gezin met jonge kinderen waar de Salomons de komende anderhalf jaar zullen verblijven.
De onderduikperiode in Enkhuizen is goed afgelopen voor de familie Zwaan en voor de familie Salomon. Toch zal het voor de joodse familie Salomon niet makkelijk zijn geweest om na de oorlog de draad weer op te pakken. Van de gehele familie Salomon en de familie Brandon heeft maar een enkel familielid de oorlog overleefd. Het huis in de Zacharias Jansestraat was in andere handen overgegaan en moest worden teruggevorderd. Jacques erft de biljartfabriek Wilhemina van zijn weggevoerde oom Izak Barend Salomon en zal daar tot 1963 de scepter zwaaien. De kinderen Zwaan doen in 2014 een aanvraag om hun ouders postuum op te laten nemen in het Yad Vashemregister, het register voor hulp aan joodse mensen door niet joodse mensen in oorlogstijd. Dit eerbetoon wordt afgewezen omdat er geen directe bronnen meer zijn om te getuigen van de verkregen hulp. Kijk, zo’n beslissing noemen we in goed Amsterdams nu een gotspe.
Hans van Rossum, met dank aan Rita Zwaan (www.ritazwaan.nl), juni 2019