Pieter Meijer was het derde kind in het gezin Meijer-Nobel.
Volgens mijn vader was zijn wiegie te vergelijken met het bekende ‘stijfselkissie’.
Het stond in de Reinwardtstraat , welk nummer weet ik niet.
Zijn vader was Johannes Petrus Meijer en hij was geboren in Ter Aar en was naar Amsterdam gekomen waar hij bloemenkoopman was. Zijn kar stond op de hoek van de Zacharias Jansestraat. Iemand had er een foto van gemaakt en hij stuurde die mij toe. Ik ben daar nog altijd dankbaar voor. Hij stierf in 1950 en ik weet nog wel dat ik met mijn vader naar de bloemenkar toeging en dan een ijsje kreeg.
Aan de overkant stond de kar in de Ibsekrib. Daar kreeg ik dan wel eens een zure bom van een visboer.
Zijn moeder was Lolina Nobel. Zij hoorde tot de groep Amelanders die in Amsterdam woonde. Eerder was zij getrouwd geweest met Marinus Johannes Antony van Moorsel, die in 1915 verongelukte. Als ik mij goed herinner met een kar van Van Gendt en Loos. Uit dat huwelijk waren ook drie kinderen geboren. Mijn oom Han werkte heel lang bij Artis. Oma overleed in 1941. Ik heb haar niet gekend.
Als ik mij probeer in te denken wat er allemaal in de tijd van mijn vader is gebeurd en dat vergelijk met nu honderd jaar later dan kan het niet anders of die tijd is onvergelijkbaar met nu. Mijn vader stierf in 1996 en wist niets van social media, computers een zelf rijdende auto of energietransitie. We kunnen heel veel andere zaken opnoemen.
Mijn vader begon met werken toen hij 13 jaar was. Hij werkte bij een loodgieter. Na de oorlog ging hij werken bij de NDSM.
Mijn vader sprak altijd heel positief over zijn moeder. Ik kan met grote waardering spreken over hem en ook over mijn moeder. Ik ben ze alle twee dankbaar voor hun ouderliefde.
Op 2 december steek ik altijd een kaarsje op.